„Proefverlof bij tbs moet blijven”
DEN HAAG - Het proefverlof voor tbs’ers moet blijven bestaan. Wel dienen de voorwaarden te worden aangescherpt. Ook moeten uitbehandelde tbs’ers veel langer worden gevolgd.
Dat stelt de parlementaire commissie die het stelsel van terbeschikkingstelling (tbs) heeft onderzocht. De commissie presenteerde woensdagmiddag haar bevindingen. Het eindrapport is vooral bedoeld om het huidige systeem te verbeteren. De Tweede Kamer stelde de tijdelijke onderzoekscommissie half oktober vorig jaar in. Aanleiding was de beroering in de samenleving die werd veroorzaakt door de ontsnapping van tbs’ers.De commissie stelt vast dat tbs-patiënten gevaarlijker zijn dan voorheen. Er is vaker sprake van patiënten met een combinatie van stoornissen. Ook komt het vaker voor dat tbs’ers verslaafd zijn.
De risico’s die zijn verbonden aan proefverlof, zijn volgens de commissie niet altijd te vermijden. Wel dient er meer onderzoek op dit gebied te worden gedaan. Ook moet verder worden gezocht naar verklaringen waarom de ene tbs’er tijdens proefverlof wel de fout in gaat en de ander niet. In ieder geval dienen tbs-klinieken alle informatie over een patiënt op tafel te leggen zodat de risico’s beter kunnen worden ingeschat. Verder vindt de commissie dat uitbehandelde tbs’ers negen jaar gevolgd moeten worden in plaats van drie.
Tbs is een maatregel die de rechter kan opleggen om de samenleving te beschermen tegen psychisch zieke criminelen bij wie de kans groot is dat ze opnieuw een delict plegen. De commissie bracht een bezoek aan diverse tbs-klinieken, waar ze behalve met behandelaars ook met patiënten spraken. Afgelopen maart voerde de commissie gedurende zes dagen in het openbaar gesprekken met tal van deskundigen uit onder meer de forensische psychiatrie, de juridische praktijk, het buitenland en andere betrokkenen.
Sommige deskundigen voerden een pleidooi om gestoorde criminelen die een gevaar blijven opleveren, in bepaalde gevallen verplicht medicijnen toe te dienen. De commissie is dat met hen eens en beveelt aan om de wettelijke mogelijkheden tot dwangmedicatie te vergroten.
De bevindingen van de commissie betekenen „een compliment” voor het tbs-systeem, reageert prof. dr. H. van Marle, hoogleraar forensische psychiatrie aan de Rotterdamse Erasmusuniversiteit desgevraagd. „De commissie heeft het systeem kritisch doorgelicht en komt onder meer tot de conclusie dat het verlofsysteem bij tbs hoort. Daarmee zegt men dat het systeem deugt.”
Van Marle, die zelf ook is ondervraagd door de commissie, juicht het toe dat het rapport een pleidooi bevat voor een verfijning van methodes om vast te stellen of een tbs’er weer in de fout zal gaan. „Daarbij moeten we wel bedenken dat het 100 procent uitsluiten van de kans op herhaling van bepaalde zware misdrijven niet is te realiseren. Dan zou je elke tbs’er altijd moeten vasthouden.”
Verguld is Van Marle met de aanbeveling van de commissie om uitbehandelde tbs’ers veel langer te volgen. „Daar hebben de deskundigen bij de commissie voor gepleit. Het is goed om mensen jarenlang te volgen op zaken als afglijden in de misdaad en drankgebruik.”