Opinie

Ondernemen

Te veel kapiteins op één schip kan problemen geven. Dat geldt ook binnen ondernemingen waarin aandeelhouders, bestuurders en commissarissen invloed uitoefenen op het beleid. Prof. mr. W. J. Slagter bespreekt in het Nederlands Juristenblad van 5 mei de slingerbeweging tussen de macht van aandeelhouders enerzijds en die van bestuurders anderzijds. Een te grote aandeelhoudersmacht kan een bedreiging vormen voor de continuïteit van de vennootschap, en wel omdat aandeelhouders hun eigen belang (mogen) dienen, daar waar de bestuurders zich steeds moeten laten leiden door het belang van de onderneming. De grens voor het eigenbelang ligt daar waar het doordrijven hiervan schade berokkent aan de onderneming.

17 May 2006 12:05Gewijzigd op 14 November 2020 03:45

Een verkeerde invloed van aandeelhouders is bijvoorbeeld waarneembaar bij zogeheten hedgefunds: een verzameling speculanten die er slechts op uit zijn op korte termijn koerswinst te vergaren, ongeacht het welzijn van de onderneming. De gelden waarover de vennootschap beschikt en die wellicht uit strategisch oogpunt nodig zijn voor acquisitie, worden dan aangewend voor extra uitdelingen aan aandeelhouders. Of het gebeurt dat een bekwame bestuurder die hier niet aan mee wil werken, gedwongen wordt op te stappen, wat ook schadelijk is voor de onderneming. Bestuurders hebben niet tot taak de aandeelhouders maximaal te gerieven, maar het vennootschapsbelang te dienen.De gedachte dat de bestuurder moet doen wat de aandeelhouders willen, onder het motto ”we own the company”, is onjuist; de aandeelhouders zijn slechts eigenaren van een aandeel in de rechtspersoon, die geheel zelfstandig eigenaar is van de onderneming. Bestuurders zijn in dienst van de vennootschap en niet van de aandeelhouders.

De auteur stemt daarom in met de maatregelen om hedgefunds te weren uit Nederland. Niet alleen bedreigen die de onderneming, maar ook dreigt het gevaar voor de Nederlandse samenleving om evenals België een land van filialen te worden.

Naast gewoon ondernemen gericht op het maken van winst, is het tegenwoordig ook van belang om ”maatschappelijk verantwoord” te ondernemen. In Advocatenblad van april 2006 analyseren M. van de Griendt en C. Dullaert hoe de advocatuur daarmee omgaat. Er is sprake van maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) als de ondernemer zijn bedrijfsvoering (mede) benut voor het oplossen van een maatschappelijk probleem. Dit kan op drie deelgebieden: profit, people en planet.

”Profit” speelt een rol bij het aanwenden van geld of goederen voor anderen. Te denken valt aan sponsoring door een bedrijf van een evenement of instantie. ”People” behelst de sociale dimensie van mvo, zoals een aannamebeleid gericht op minderheden. ”Planet” ten slotte ziet op zorg voor de leefomgeving en kan tot uitdrukking worden gebracht door bijvoorbeeld uitsluitend vegetarische kroketten te serveren in de kantine.

In de VS hebben bedrijven complete programma’s op dit gebied, maar selecteren ze ook hun advocatenfirma’s op deze aspecten. Grote advocatenkantoren in Nederland zijn zich bewust van de maatschappelijke functie die de advocatuur heeft. Het grootste deel van de mvo-activiteiten richt zich op de sector profit. Zo verlenen kantoren bewust gratis rechtsbijstand aan minderbedeelden of, zoals Stibbe, procedeert men geheel kosteloos tegen de SGP ten einde de positie van de vrouw te verbeteren.

De auteurs wijzen erop dat mvo ook een prima marketinginstrument is en voor beeldvorming kan worden gebruikt: we behoeven niet zo bescheiden te zijn. Zeker in de slag om hoogopgeleiden kan een kantoor dat nadruk legt op mvo-activiteiten, scoren.

Tot slot in de rubriek wetgeving van Nederlands Juristenblad 17 aandacht voor het wetsvoorstel vanuit het CDA om de aansprakelijkheid van ouders voor kinderen te verruimen. Op dit moment zijn de ouders volledig aansprakelijk voor gedragingen van hun kinderen tot hun veertiende jaar, ongeacht of zij enige invloed hadden op de gedraging die schade veroorzaakte of niet.

Ten aanzien van kinderen van veertien en vijftien zijn de kinderen zelfstandig aansprakelijk naast de ouders. Deze laatste kunnen zich echter vrijpleiten als ze aantonen dat het handelen van het kind volledig buiten hun invloed lag. Jongeren vanaf de zestien zijn zelf aansprakelijk.

Echter brengt deze aansprakelijkheidsregeling in de praktijk mee dat slachtoffers vaak zelf opdraaien voor de schade, nu jongeren vanaf zestien niet of nauwelijks verhaal bieden, en kinderen van veertien en vijftien (in geval hun ouders zich vrij kunnen pleiten) al helemaal niet. Het wetsvoorstel beoogt hierin verandering te brengen.

De aansprakelijkheid van ouders moet worden verruimd, zodat zij in beginsel volledig aansprakelijk zijn voor de door hun minderjarige kinderen bewust toegebrachte schade. Degene die het gezag uitoefent over de jongere die schade toebrengt, moet hiervoor ook de financiële verantwoordelijkheid dragen.

Als zodanig heeft het wetsvoorstel ook een preventieve gedragscorrigerende werking. Het grootbrengen van kinderen brengt plichten met zich mee. Een daarvan is het bevorderen van de persoonlijkheid van het kind, zoals de wet voorschrijft. Het leren respecteren van anderen en hun eigendommen is hier een belangrijk onderdeel van.

Mr. A. Klaassen, advocaat bij Bouwman Van Dommelen Advocaten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer