China werkt aan inhaalrace
DEN HAAG (ANP) - De snelle ontwikkeling die China doormaakt, is meer dan alleen de opmars van een economische grootmacht. Het is tevens een inhaalrace, op meerdere fronten.
„Eind jaren zeventig was de infrastructuur bijna middeleeuws, maar inmiddels heeft de hoofdstad Peking vijf ringwegen. China, dat een geschiedenis van 5000 jaar achter de rug heeft, gaat weer terug naar de redelijke positie die het ooit had.”Dat zegt Serv Wiemers, die vijf jaar lang dienstdeed op de Nederlandse ambassade in Peking. Wiemers (38) presenteerde dinsdag in Den Haag zijn boek ”De Inhaalchinees”. De voormalige diplomaat maakte een serie portretten over wat hij noemt trendsetters in China. Het gaat om mensen met verschillende achtergronden die één ding gemeen hebben: ze illustreren waar het hedendaagse en toekomstige China voor staat.
Wiemers koos ervoor om eens niet uit te pakken met namaak, harde werkers en de belabberde arbeidsomstandigheden waar China om bekendstaat. Het nieuwe China is veel meer dan dat. De acht mensen die hij in zijn boek portretteert zijn actief in onder meer de architectuur, e-commerce, uitgaan en muziek. „Ze vormen de voorhoede van wat China ons gaat brengen”, zegt hij.
Wiemers spreekt van „echte vernieuwers.” De acht hoofdstukken gaan behalve over wat de trendsetters doen ook over wat ze hebben meegemaakt in een niet al te ver verleden, waaraan ze zich ondanks een hoop ellende wisten te ontworstelen. Een verleden waarin China een „tamelijk achterlijk” land was, waarin de economie er rampzalig voor stond, waarin de roemruchte Chinese restaurants onder het maoïsme plaatsmaakten voor massakantines en waarin geen enkele vorm van maatschappelijke vrijheid bestond.
Toch is het soms ook nu nog behelpen. Wiemers sprak voor zijn boek onder meer met schrijfster Wei Hui, die een roman schreef met onderwerpen als seks en drugs. De nieuwe generatie Chinezen lust hier wel pap van, maar Hui vond de heersende elite op haar weg. Haar roman ”Shanghai Baby” werd verboden en massaal verbrand. In haar nieuwste boek heeft Hui een aantal „sappige passages” weg moeten laten zodat het ook in China kan worden gelezen. In China mag je doen wat je wilt, zegt Hui in het boek van Wiemers, je mag er alleen niet over schrijven.
Wiemers werd in 2000 in Peking gestationeerd als diplomaat. Wat hem het meest opviel, waren de enorme slagen voorwaarts die China bezig is te maken en het tempo waarin dat gebeurt. „In China bouwen ze in enkele jaren tijd complete steden. Een wolkenkrabber valt allang niet meer op. In Nederland zou het allemaal wel wat slagvaardiger kunnen. In de jaren negentig werd in Leiden het stationsplein op de schop genomen. Toen ik vorig jaar in Nederland terugkwam waren ze daar nog steeds bezig.”
Natuurlijk valt er op de groei die China nu doormaakt -het land is inmiddels de op drie na grootste economie van de wereld- wel wat af te dingen, zegt Wiemers. De expansie trekt een zware wissel op het milieu, mensen worden uitgebuit en arbeiders hebben nog steeds weinig rechten. Maar China moet wel omdat het land van ver komt. Wiemers heeft zijn boekje niet voor niets ”De Inhaalchinees” genoemd: het land is bezig een grote achterstand in te lopen.