Levenslang geëist na vier moorden
BREDA (ANP) - Het openbaar ministerie heeft dinsdag een levenslange gevangenisstraf geëist tegen de 28-jarige M. R. uit ’s-Hertogenbosch voor zijn betrokkenheid bij een viervoudige moord op 16 juli 1998 in Hilvarenbeek.
Op landgoed De Blauwe Hoef werden twee Limburgse drugsbaronnen en de twee broers Taminiau, die met hun ouders op het landgoed woonden, geliquideerd tijdens een ripdeal.De twee broers, Frank en Polle (18 en 20 jaar oud), zijn vermoedelijk gedood omdat zij tegen wil en dank getuige waren van de liquidatie van de twee drughandelaren, Rinus den Boer en Nico van Golde, toen zij in hun auto het landgoed opreden.
Verdachte R. ontkent iedere betrokkenheid bij de viervoudige moord. Een belangrijke aanwijzing tegen de man vormt echter de vondst van een van hem afkomstige haar in de auto van de gebroeders Taminiau.
Officier van justitie mr. H. Olthof kwam tot de maximale eis, omdat hij bewezen acht dat R. zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van twee keer moord (op de drugsbaronnen) en het medeplegen van twee keer doodslag (op de broers Taminiau).
De twee vermoedelijke schutters, afkomstig uit ’s-Hertogenbosch, zijn inmiddels overleden. B. H. pleegde in 2003 zelfmoord omdat „de ogen van de broers Taminiau” hem bleven achtervolgen, vertelde zijn familie. P. V. werd in januari 1999 vermoord tijdens een schietpartij in ’s-Hertogenbosch.
R. heeft volgens Olthof geweten dat er een ripdeal zou plaatshebben; hij stond op de uitkijk tijdens de liquidaties. R. heeft de lichamen verplaatst en verborgen in een greppel.
Op de vraag waar hij die avond was, wil hij geen antwoord geven. Hij heeft ook geen verklaring voor het feit dat de recherche twee haren van hem vond in beide auto’s waarmee de slachtoffers zijn weggevoerd. Getuigen hebben verklaard dat ze door R. met de dood bedreigd zijn na de dag van de moorden.
„De jongens waren op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats; ook de drugsbazen hadden geen schijn van kans. Vier mensen werden doodgeschoten. Dit feit heeft tijdens het bijna acht jaar durende onderzoek een enorme impact gehad in Noord-Brabant”, aldus Olthof.
De advocaat van R., B. Welvaart, was verbolgen over de hoge eis tegen zijn cliënt. „Het OM heeft duidelijk een tunnelvisie in deze zaak. R. was in de buurt, dus was hij erbij betrokken. Als ik de onderzoeksgegevens bekijk, dan concludeer ik dat de daders in een heel andere hoek moeten worden gezocht dan tot nu toe is gedaan. Justitie heeft alleen belastende informatie over mijn cliënt gebruikt en ontlastende achtergehouden.” Welvaart vroeg de rechtbank R. vrij te spreken.
Uitspraak op 30 mei.