De grootste problemen bij het verstrekken van de voedselpakketten zijn de infrastructuur van het land en de verspreide ligging van de getroffen gebieden. „De wegen zijn slecht en het rampgebied is niet aaneengesloten", aldus Slijngaard. Ieder pakket is goed voor een week voedsel voor vijf personen. Slijngaard wimpelt de kritiek op de trage hulpverlening af. „ Iedereen mag zijn eigen oordeel over ons werk vormen. We zijn maandag begonnen met het verstrekken van de eerste hulppakketten".Slijngaard en Fernald schetsen de stand van zaken in de getroffen regio’s. In Boven–Suriname is het water gezakt. Hier zijn ook geen voedseltekorten. In het oosten langs de Marowijnerivier is nog steeds sprake van een crisissituatie, omdat het waterpeil nog steeds stijgt. „Veel mensen overnachten nog in boten", aldus Fernald. In Kwamalasemutu is de situatie stabiel. „Het water zakt niet, maar stijgt ook niet".

Het Surinaamse leger krijgt sinds maandag steun uit het buitenland. Op het nationale vliegveld Zorg en Hoop staat een Braziliaanse Cougar–helikopter. „De Brazilianen zullen eerst het gebied verkennen en daarna wordt gekeken wat zij het beste kunnen doen". Dezelfde procedure zal plaatsvinden, als de vier Nederlandse Lynx–helikopters met het marineschip HMS Rotterdam in Suriname zijn gearriveerd. Vanuit Nederland arriveert dinsdagochtend vroeg ook een vrachtvliegtuig met 30 ton goederen. Inmiddels heeft ook Venezuela een helikopter ter beschikking gesteld.

De autoriteiten konden maandag nog geen overzicht geven van het bedrag dat tot nu toe voor het rampgebied is binnengekomen. De minister van Defensie geeft aan dat alle inkomsten en uitgaven goed in beeld worden gebracht. „We hebben onszelf beloofd dat het geld goed terechtkomt. We hebben een reputatie hoog te houden dat het niet ergens blijft kleven. We zijn dit verplicht aan de mensen in nood en de geldschieters".

Een groot deel van het geld is bestemd voor wederopbouw. In Boven–Suriname is de eerste fase van noodhulp afgerond. „Hier beginnen we aan een nieuwe fase met nieuwe uitdagingen", aldus Fernhald.

Onder anderen minister van Volksgezondheid Waterberg is maandag naar het gebied gegaan om een beeld te krijgen van de gezondheidssituatie, nu het water gaat zakken. „Er zijn nog geen verontrustende berichten over bijvoorbeeld een malaria–uitbraak, maar we moeten ons hier wel op voorbereiden", aldus de minister van Defensie. Hij ziet de overstromingen ook als een „unieke gelegenheid om aan de ruimtelijke ordening in het getroffen gebied te werken en goede voorzieningen neer te zetten".

De minister heeft op korte termijn goede hoop voor de mensen in de getroffen gebieden. De weerberichten lijken gunstiger. „Al kan de meteorologische dienst maar 72 uur vooruitkijken. Alleen de Goede Heer weet wat ons te wachten staat".