Dat heeft staatssecretaris Atzo Nicolaï van Europese Zaken maandag gezegd na overleg met zijn EU–collega’s in Brussel.Nicolaï is ook gewonnen voor het voorstel van Barroso om vooral op het gebied van justitie– en politiesamenwerking snel vooruitgang te boeken. Hij wil daarover in de toekomst ook bij meerderheid besluiten nemen, „zolang voor Nederland gevoelige onderwerpen, zoals het softdrugsbeleid, niet onder vuur komen te liggen". „Van dat laatste kan geen sprake zijn. Dat hoeft ook niet. Daarvoor is de kwestie niet grensoverschrijdend genoeg".

Nicolaï denkt dat de uitslag van het Nederlandse referendum van vorig jaar over de Europese grondwet ook heeft aangegeven dat de burgers geen EU–constitutie willen, maar wel streven naar concrete verbeteringen in de besluitvorming. „Politiesamenwerking vind ik daarbij een goed onderwerp, hoewel we nog wel moeten zien hoe voorstellen er concreet uit zouden zien".

De VVD–bewindsman denkt verder dat meer openbaarheid nodig is. Hij kon zich daarom met bijna al zijn Europese collega’s maandagochtend wel vinden in een voorstel van huidig EU–voorzitter Oostenrijk om een deel van de vergaderingen van Europese ministers openbaar te maken. Dat zou betekenen dat binnenkort alle onderwerpen waarover ook het Europees Parlement mee mag beslissen voor het oog van een camera bediscussieerd zullen worden.

Nicolaï ziet niets in plannen om de verdere samenwerking in Europa voorlopig alleen te regelen tussen de landen die ook al de euro hebben ingevoerd. Dat stelde de Belgische premier Verhofstadt eind vorig jaar al voor. „Dat lijkt me geen goede zaak", aldus Nicolaï. „Ik kan me vinden in de voorstellen van de Commissie om niet te werken aan concepten of procedures, maar ons te concentreren op resultaten".

Ook is de staatssecretaris het eens met Barroso over de mogelijkheid die nationale parlementen moeten krijgen om meer inzage te hebben in discussiestukken en Europese wetsvoorstellen. Volksvertegenwoordigingen kunnen daardoor op tijd aan de bel trekken als zij Europese wetgeving niet zien zitten.

Nicolaï pleitte verder voor een „ontvankelijkheidsdebat" over diverse onderwerpen, waarbij eerst bekeken moet worden of de EU zich wel met bepaalde zaken bezig moet houden. Oostenrijk staat volgens Nicolaï welwillend tegenover dit plan.