Burgemeester Opstelten zei tijdens zijn toespraak dat de herdenking van de 14e mei een doel heeft. „Namelijk om het oude en het nieuwe te verbinden. Om de breuken in onze geschiedenis te herstellen. Om het oude en het nieuwe te verbinden tot één Rotterdamse identiteit”, aldus Opstelten.De burgemeester vindt de verhalen die getuigen van het bombardement vertellen, van groot belang, mede voor nieuwe generaties. „Met die verhalen kunnen we de breuk in de geschiedenis helen. Met die verhalen wordt het Rotterdamgevoel van nu gevoed door de emoties van vroeger.”

Na de woorden van de burgemeester hielden de aanwezigen twee minuten stilte en werden kransen en bloemstukken bij het monument aan de Statenweg gelegd. Het oorlogsmonument staat tegenover huisnummer 147. Dat was in de meidagen van 1940 het kantoor van legercommandant P. W. Scharroo. Vanuit zijn huis onderhandelde Scharroo met de Duitsers over overgave van de stad. Het bombardement verstoorde de gesprekken wreed. Negenhonderd mensen verloren het leven en 78.000 Rotterdammers raakten dakloos.

Eerder op de dag nam Opstelten het eerste exemplaar in ontvangst van het boek ”Onder de trap”. Samensteller journalist en fotograaf Wim de Boek ging met zijn opnameapparaat en fototoestel bij veertien oude Rotterdammers langs om hun herinneringen vast te leggen.

De gemeente Rotterdam heeft een groot aantal exemplaren van het boek gekocht. „We willen bijdragen aan het verspreiden van de verhalen over de oorlog”, aldus burgemeester Opstelten. Tijdens de herdenking kregen alle aanwezigen een exemplaar.