Politieke rust in Polen nog ver te zoeken
WARSCHAU - Ruim een halfjaar na de parlementsverkiezingen heeft Polen eindelijk een meerderheidsregering. Of het land daarmee nu in politiek stabiel vaarwater komt, is zeer de vraag. Het monsterverbond dat Recht en Gerechtigheid (PiS) heeft gesloten met populisten en nationalisten doet niet alleen in Polen, maar ook in Brussel menigeen de wenkbrauwen fronsen.
Sinds eind september vorig jaar is het onrustig in politiek Warschau. Tegen de verwachting in klopte de nationaal-conservatieve PiS van Jaroslav Kaczynski -tweelingbroer van president Lech Kaczynski- het liberale Burgerplatform (PO). Hoewel beide partijen tijdens de verkiezingscampagne hadden aangegeven met elkaar een regering te willen vormen, slaagden ze er niet in een coalitie te smeden.Aanvankelijk ging de PiS verder als minderheidsregering, maar partijleider Kaczynski bleef zoeken naar coalitiepartners. Zonder een meerderheid in het parlement zou de PiS er immers nooit in slagen haar ambitieuze plannen te realiseren.
Zo wil de partij een einde maken aan de welig tierende corruptie. Daartoe is een morele revolutie nodig. Die moet leiden tot de afschaffing van de huidige -postcommunistische- Derde Republiek. Een grondwetswijziging moet de Vierde Republiek inluiden, die garant staat voor transparantie, gerechtigheid en democratie, aldus de PiS.
Veel keus bleef Jaroslav Kaczynski niet, aangezien de PiS (155 zetels) en de PO (133 zetels) verreweg de grootste partijen in de Sejm vormen. Vandaar dat Recht en Gerechtigheid bijna automatisch uitkwam bij ”Samoobrona” (Zelfverdediging) van de populistische boerenleider Andrzej Lepper en de ultra-roomse ”Liga van Poolse Gezinnen” (LPR) onder leiding van Roman Giertych.
Nadat de PiS eind april met Samoobrona (56 zetels) tot overeenstemming was gekomen, maakte afgelopen vrijdag ook de LPR (34 zetels) bekend met de regering van premier Kazimierz Marcinkiewicz in zee te gaan.
De coalitie beschikt nu over een meerderheid van 15 zetels in het 460 afgevaardigden tellende parlement.
Het nieuwe kabinet is bepaald niet met gejuich ontvangen. Andrzej Lepper en Roman Giertych, de nieuwe vicepremiers, zijn beiden even omstreden als hun partijen. Lepper, die tevens minister van Landbouw wordt, stond in het verleden aan het hoofd van horden boeren die uitgerust met mestvorken en giertanks naar Warschau oprukten om de „bandieten met stropdas” eens flink van katoen te geven. Meer dan eens legde hij zo het openbare leven plat, waarvoor hij verschillende malen werd veroordeeld.
Als parlementslid ruilde de ex-boxer in 2001 zijn trainingspak weliswaar in voor een kostuum, maar hij handhaafde zijn stijl. Niet dat de herenboer nog iemand een davidsster op zijn hoofd laat scheren of ruchtbaarheid geeft aan zijn bewondering voor Hitler en Goebbels. Ook zal hij niet meer zo luid zijn steun aan de Iraakse ex-president Saddam Hussein of de Wit-Russische dictator Aleksandr Loekasjenko verkondigen.
Maar onlangs was Lepper nog in de Oekraïense hoofdstad Kiev om daar een eredoctoraat in ontvangst te nemen op een hogeschool die als zeer antisemitisch te boek staat en hoofdzakelijk wordt gesponsord vanuit de Arabische wereld.
Maandag werd de kersverse vicepremier in hoger beroep veroordeeld wegens smaad. Het hooggerechtshof hield een eerdere veroordeling tot vijftien maanden voorwaardelijke celstraf overeind, omdat Lepper vier jaar geleden vijf collega’s van rivaliserende partijen van corruptie had beticht.
Niet minder omstreden is Roman Giertych, die het ministerie van Onderwijs gaat leiden. Zijn strijd tegen abortus en homoseksualiteit mag dan sympathiek klinken, de middelen die hij daarvoor gebruikt zijn dat bepaald niet. Leden van de door Giertych opgerichte Al-Poolse Jeugd deinzen er niet voor terug om homoseksuelen het ziekenhuis in te slaan.
Ook de LPR is niet van smetten vrij. Eind vorig jaar leidde een foto van LPR-politici die de Hitlergroet brachten, tot een schandaal.
Van de nieuwe regering moet een meerderheid van de Polen, die zich bekocht voelt, niets hebben. Volgens een peiling van de krant Gazeta Wyborcza is 64 procent tegen deelname van Lepper aan het kabinet en 63 procent tegen die van Giertych.
De gebroeders Kaczynski (die aantal weken geleden nog zeiden dat er voor iemand met een strafblad geen plek is in de regering) wijzen er echter op dat de populisten zich hebben gematigd. Daarnaast zijn de voornaamste wensen van de LPR -nieuwe onderhandelingen over het EU-lidmaatschap en afwijzing van toetreding tot de eurozone- geen onderdeel van het coalitieakkoord.
Niettemin is de pro-Europese minister van Buitenlandse Zaken Stefan Meller al opgestapt en vervangen door Anna Fotyga.
Intussen houdt Brussel zich op de vlakte. Dat wil niet opnieuw in de ”Oostenrijkse val” trappen - een verwijzing naar de sancties tegen Oostenrijk nadat de partij van de populistische Jörg Haider in 2000 tot de regering was toegetreden. Maar dat men zich in Brussel geen ernstige zorgen maakt over de politieke koers van Polen, is ondenkbaar.