Steeds meer aangiften van zedenmisdrijf via internet
LEIDERDORP - De politie krijgt steeds vaker aangiften van zedenmisdrijven die via internet plaatsvinden. Dat zei Bert van Eck, teamchef van de sociale jeugd- en zedenpolitie van het korps Hollands Midden, dinsdag.
Precieze cijfers zijn er niet, maar in zijn district is de afgelopen jaren sprake van een „behoorlijke toename.” Hoe het in de rest van het land zit, kan Van Eck niet zeggen.De zedenmisdrijven zijn verschillend van aard. Sommige jongeren filmen zichzelf terwijl ze seksuele contacten hebben, anderen maken naaktfoto’s van hun vriendin en zetten die als de relatie uitgaat op internet.
Het komt ook regelmatig voor dat volwassen mannen via chatboxes contact leggen met minderjarigen. Daarbij doen ze zich dan voor als een leeftijdsgenoot. Vervolgens proberen ze hen zover te krijgen voor de webcam uit de kleren te gaan of seksuele handelingen te verrichten.
Opvallend is dat vooral jongens steeds vaker aangifte doen van misbruik. Of dat komt doordat ze steeds vaker slachtoffer zijn of doordat ze gemakkelijker aangifte doen, weet Van Eck niet. Wel is duidelijk dat jongens nog steeds minder gemakkelijk toegeven digitaal misbruikt te zijn dan meisjes. „Het gaat vaak om seks met mannen, dan is het schaamtegevoel toch erg groot.”
Het team van Van Eck arresteerde dinsdag vier minderjarigen. Die zouden een dronken 14-jarig meisje hebben gefilmd terwijl zij seksuele handelingen verrichtte. Het viertal zette de film vervolgens op internet. Het meisje hoorde pas later over de verspreiding van het filmpje en deed met haar ouders aangifte.
Voor de politie is het soms nog moeilijk om seksueel misbruik via internet aan te pakken. „Seksueel contact met minderjarigen valt onder ontucht. Als dader en slachtoffer feitelijk bij elkaar aanwezig zijn, is ontucht niet zo moeilijk aan te tonen. Maar via internet gebeurt seks vaak vrijwillig en op afstand. Het is dan altijd zoeken onder welk strafbaar feit zoiets valt. Sommige zaken zijn niet aan te pakken. De wetgeving is nog niet aangepast aan de technische mogelijkheden van deze tijd”, aldus Van Eck.
Hij stelt dat vooral „meiden en jongens die wat minder stevig in hun schoenen staan” gevaar lopen. „Het zijn kinderen die wat meer aandacht nodig hebben. Volwassenen maken daar misbruik van.”
Een deel van de oplossing van dit nieuwe probleem ligt bij de ouders. Van Eck: „Ouders weten nauwelijks wat hun kinderen doen op het internet. Ze zitten bij wijze van spreken beneden met een bakkie koffie en hebben er geen idee van waar hun kind boven mee bezig is. Ze moeten beter op de hoogte zijn. Ik snap zelf ook niet meer alles wat mijn kinderen doen op internet, maar ik laat het me wel uitleggen.”