Het aantal verplichte cursussen voor beschonken bestuurders steeg vorig jaar met 8,5 procent vergeleken met 2004, het aantal ingetrokken rijbewijzen met 7,5 procent.Het totaalaantal beschonken bestuurders is vorig jaar opnieuw gedaald. Bij alcoholcontroles had 2,8 procent van de gecontroleerde automobilisten te veel gedronken, zo blijkt uit de dinsdagmiddag door minister Peijs (Verkeer) gepresenteerde cijfers. Dit betekent een daling vergeleken met de 3,4 procent in 2004. Daarmee is het laagste niveau sinds de invoering van de alcohollimiet in 1974 bereikt, aldus het jaarlijks onderzoek ”Rijden onder invloed” van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM). De alcoholcontroles zijn in samenwerking met de 25 politieregio’s uitgevoerd. De circa 30.000 uitgevoerde blaastesten hadden plaats in de weekenden.

Het aantal bestuurders dat nuchter of met hooguit een glas achter het stuurt kruipt (minder dan 0,2 promille) is licht gestegen van 92,2 procent in 2004 naar 92,8 procent in 2005. Van de overtreders is ongeveer 83 procent man. Bij alle leeftijdscategorieën onder de mannen is sprake van een daling.

Voor het eerst sinds 2000 valt het grootste aantal mannelijke overtreders in de leeftijd van 25 tot 34 jaar. De groep 35 tot 49 jaar vertoont in het laatste jaar de sterkste daling, namelijk 3,7 procent ten opzichte van 5,0 procent in 2004. Bij vrouwen behoort het hoogste percentage overtreders tot de 35 tot 49 jarigen.

De helft van alle overtreders komt nog steeds uit een bar of kroeg. Het aandeel weggebruikers dat thuis of bij vrienden alcohol heeft genuttigd, is nagenoeg gelijk gebleven (zo’n 35 procent). De provincie met het hoogste percentage overtreders is Noord-Brabant (3,9 procent). Als tweede provincie volgt Zuid-Holland met 3,7 procent. In de provincie Drenthe is het percentage met 1,1 procent overtreders het laagst.

Opvallend is dat het percentage zware drinkers (boven 1,3 promille) al jarenlang rond 0,6 procent schommelt, terwijl het totaalaantal automobilisten onder invloed van alcohol daalt. Deze kleine groep lijkt niet te worden beïnvloed door de BOB-campagne of door de toegenomen handhaving, terwijl zij verantwoordelijk zijn voor een groot deel (80 procent) van de alcoholgerelateerde ongevallen.

Daarom voert het ministerie voor deze groep in 2009 het alcoholslotprogramma in. Dit kan in Nederland volgens berekeningen dertig doden op jaarbasis besparen. Het programma bestaat uit een blaasapparaat met een startonderbreker dat in het voertuig wordt ingebouwd. De bestuurder moet elke keer voordat de auto wordt gestart een blaasproef doen. Daarnaast volgt een medisch-psychologisch begeleidingsprogramma van zo’n 2 jaar.

Behalve het alcoholslot wil de minister drinkers ook sneller verplichten een cursus te volgen, bij 0,8 promille in plaats van 1,3 promille nu. Daarmee ontstaan oplopende maatregelen: bij overtredingen vanaf 0,8 promille een cursus en een alcoholslot tot het intrekken van het rijbewijs als uiterste maatregel.

Verkeer en Waterstaat start in juni een nieuwe BOB-campagne waarin een koppeling wordt gelegd met sport. De nadruk ligt op alcoholgebruik in sportkantines, bij sportevenementen, tijdens het kijken naar evenementen in een horecagelegenheid en bij vrienden of familie thuis. Ook wordt ingehaakt op het WK-voetbal.