Wereldkundig
Het internationale proces rond Iran blijft een van de hoofdthema’s in de buitenlandse pers. Maar ook de verkiezingsnederlaag van Tony Blair van vorige week komt diverse keren terug in de kolommen.
The Guardian
De verplaatsing van Jack Straw als minister van Buitenlandse Zaken door premier Blair was ingegeven door de Amerikaanse regering, zo betoogt David Clark, adviseur van de overleden Robin Cook, een eerdere minister van Buitenlandse Zaken.
„Het zou niet de eerste keer zijn dat de regering-Bush een belangrijke rol speelde in het overtuigen van Tony Blair om zijn minister van Buitenlandse Zaken te ontslaan. Er werd destijds weinig over gesproken, maar Robin Cooks demotie in 2001 volgde ook op vijandige uitlatingen uit Washington en blijken van twijfel in Downing Street over zijn vermogen te werken met een Republikeinse regering. Er kunnen ook andere factoren hebben gespeeld, maar geen van alle leek toen overtuigend. De kabinetswijzigingen van vorige week bieden nieuw, onthullend licht over de hele episode.”Frankfurter Allgemeine
Naar aanleiding van het bezoek van de Duitse bondskanselier Angela Merkel aan de VS constateert de Frankfurter Allgemeine dat de Amerikanen in de kwestie Iran uiteindelijk toch een internationaal optreden verkiezen boven een solo-optreden zoals in Irak.
„De bondskanselier gaf in Washington nog eens te verstaan dat in het nucleaire conflict alleen internationale saamhorigheid Iran tot een andere koers kan bewegen. (…) Daarmee slaat ze een duidelijk andere weg in als haar voorganger. Schröder dreef in de aanloop naar de Irakoorlog de wig in het Westen, om de Amerikanen tot toegeven te dwingen; dat lukte hem aanvankelijk ook nog, maar later niet meer. Tegenover de bondskanselier -wiens buitenlandse gewicht door de verlammingsverschijnselen in Londen, Parijs en Rome niet minder was geworden- heeft Bush nu zijn interesse bij een diplomatieke oplossing bevestigd. De kanselier mag hem dan tot deze openlijke uitspraak hebben gebracht, maar Iran mag ook „in geen enkel geval” in het bezit van atoomwapens komen. Dat is een vaststelling die over alle diplomatieke pogingen heen hangt. Zo spreken politici alleen indien iedereen moet weten dat het hen ernst is.”
Le Monde
De Franse krant analyseert de posities van de grote landen in de „race tegen de klok” rond Iran. De krant maakt een vergelijking van het gebeuren rond Iran met de crisis over Irak ruim drie jaar geleden.
„Dit is een van de verschillen met de diplomatieke crisis rond Irak in 2002-2003: Iran in 2006 wordt unaniem gezien als een land dat momenteel in staat is zich uit te rusten met massavernietigingswapens.
De rapporten van het IAEA hebben een gezag dat niemand tegenspreekt. Een ander verschil: de Verenigde Staten lijken werkelijk de diplomatie een kans te willen geven, terwijl ze in het geval Irak na schade en schande de diplomatie hadden gepasseerd.”
Financial Times
De Britse zakenkrant applaudisseert voor het akkoord om op Amerikaanse scholen geen frisdrankautomaten meer te plaatsen, als deel van de strijd tegen overgewicht onder kinderen.
„Ten eerste is er een niet te ontkennen verband tussen de groeiende buikomvang van Amerikaanse kinderen -17 procent van hen is medisch gezien zwaarlijvig, tegenover 14 procent in 1999- en de groei in consumptie van junkfood, meestal op school. Het aandeel van junkfood in de calorieën die kinderen binnenkrijgen is gestegen van 2 procent in de jaren zeventig naar 15 procent vandaag.
Ten tweede is het voor de private sector beter om te laten zien dat hij zichzelf effectief kan reguleren dan om op termijn strakke regels van de overheid opgelegd te krijgen. (…)
Omdat kinderen de volledige verstandelijke capaciteit missen en omdat ze verplicht zijn de school te bezoeken, is er een zwaarwegende reden voor publieke regulering van wat ze op school eten en drinken. De frisdrankbedrijven kwamen met een goed precedent voor de industrie in het algemeen: Let op de gezondheid van kinderen en het liefst vrijwillig, en anders doet iemand het straks voor jou.”
The Economist
The Economist vindt dat president Bush er vorige week verkeerd aan deed de Azerische president Alijev te ontvangen. Het weekblad vergelijkt het regime met Wit-Rusland.
„Alijev erfde het presidentschap van zijn vader in 2003: de Alijevs hebben Azerbeidzjan gedurende bijna de hele post-Sovjetperiode bestuurd (…).
Onder Alijev junior worden de mensenrechten in theorie misschien opgehemeld, maar in de praktijk geschonden, misschien wel evenveel als in Wit-Rusland. En Azerbeidzjan is een wereldkampioen op het gebied van corruptie.
Dit (Amerikaanse, EvV) gebruik van dubbele standaarden in de buitenlandse politiek is niet echt een verrassing: zelfs regeringen die de democratie willen verspreiden, moeten compromissen sluiten en af en toe doen alsof hun neus bloedt. De belangrijke vraag is niet of Alijevs bezoek moreel verdedigbaar is, maar of het politiek fatsoenlijk was. Dat was het niet.”