Half Europa peuzelt nootjes van DNG
BERGSCHENHOEK - Het lastigste onderdeel voor een producent van noten en zuidvruchten is het wereldwijd opsporen van de juiste grondstoffen. Ondanks dat gaat er bij de Dutch Nut Group in Bergschenhoek wekelijks 480.000 kilo door. De categorieën ”luxe” en ”ongezouten” groeien. „Er komen nauwelijks soorten bij, we moeten het dus hebben van nieuwe mixen en melanges.”
De huidige fabriek in Bergschenhoek staat er nu vier jaar. De Dutch Nut Group (DNG) ontstond twee jaar eerder. Vicepresident Kees Smits, voorheen bezitter van Weno (Westland Noten), ging op dat moment samenwerken met Van der Hoven, een ondernemer die met verkoopwagens noten en zuidvruchten afzette in de wijde omgeving van Rotterdam.In januari 2004 werd Samba BV uit het Noord-Brabantse Giessen ingelijfd. „Bedienden we voorheen vooral horeca, markten, groentespeciaalzaken en de groothandel, vanaf dat moment hadden we zelf de machines en de mensen om ook het supermarktkanaal te gaan beleveren”, zegt Perry van Otterloo, managing director bij DNG. Dat was een strategische zet, want 80 procent van alle noten en zuidvruchten bereikt de consument tegenwoordig via de supermarkt.
Bij DNG werken honderd mensen in twee of drie ploegendiensten. Twee volautomatische baklijnen -elk met een capaciteit van 1800 kilo per uur-, tien drageerketels voor de productie van suikerpinda’s, -amandelen en (is0(
-pecannoten, één borrelnotencoater en twaalf verpakkingslijnen voor de verschillende producten en variëteiten vormen de ruggengraat van het productieproces.(is2m(
In 2005 verlieten 42 miljoen verpakkingen de fabriek in Bergschenhoek. „Het kleinste zakje bevat 25 gram, de grootste is een big bag met 1250 kilo. In die 42 miljoen stuks zit ons complete assortiment aan noten en gedroogde zuidvruchten”, aldus Van Otterloo. Heeft de import plaats vanuit de hele wereld -„daar waar het groeit”-, de export van het eindproduct betreft vooral Europa. „In Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië, Frankrijk en Italië worden de meeste van onze nootjes opgepeuzeld.”
Het doosje rozijnen, zoals dat sinds enkele decennia in zwang is als verantwoord snoep voor kinderen, blijkt de basis voor het verschijnsel zuidvruchten-als-gezonde-snack. Van Otterloo: „De huidige generaties kiezen ervoor, zij het steeds minder in de bewerkelijke vorm van zelf wellen en steeds vaker in de variant ”ready to eat”. Ook noten zijn ongekend populair, omdat ze een verantwoorde aanvulling zijn op de schijf van vijf. Diverse soorten hebben een gezonde uitwerking op het gestel, van pinda’s is bekend dat ze meervoudig onverzadigde vetzuren bevatten.”
Omdat de wereld kleiner wordt, zijn sommige notensoorten gemakkelijker bereikbaar, zegt Van Otterloo. „Ook betaalbaarder. Neem het pistachenootje. Dat werd de laatste jaren veel beter verkrijgbaar en de prijs zakte sterk. Je ziet sowieso dat de consument pindaatjes te gewoon vindt en kiest voor cashewnoot en macadamia. Die laatste wordt inmiddels in bulk geleverd aan delicatessenwinkels.”
Dutch Nut Group is de derde notenpartij in Nederland, na Duyvis en The Nutcompany in Doetinchem. „Er is in ons land feitelijk één A-merk: Duyvis. Alle andere retailers schakelden over op fancy- of private labels. Wij leveren in veel gedaanten en onder vele namen aan de meeste supermarktketens. Perfekt Pinda’s, O’Lacy’s, Markant: bij Schuitema heten we zus en bij Laurus heten we zo. Aldi en Lidl zijn altijd in voor experimenten. Daar kunnen we makkelijk dingen uitproberen.”
De handel in noten en zuidvruchten is „centenhandel”, aldus Van Otterloo. Om die reden is het zaak de bedrijfskolom zo kort mogelijk te houden, onder andere door innovatie in eigen bedrijf. Werd in 2005 voor meer dan 42 miljoen euro omgezet, een groei van 12 procent, voor dit jaar geldt eenzelfde groeiverwachting. „Op grond van de gesloten jaarcontracten kunnen we zeggen dat we dat gaan halen. De prognose voor 2010, 50 miljoen euro omzet, ligt inmiddels al binnen het bereik van 2007.”
Innovatie is de sleutel bij DNG. „Sinds de Bijbeltijd kwamen er niet veel soorten noten en vruchten meer bij. Onze uitdaging ligt dus in het anders presenteren of in het samenstellen van andere mixen en melanges. Coatings en nieuwe combinaties zijn belangrijk. Een recent product is een salademix van pompoen-, pijnboom- en zonnebloempitten. Zoiets proberen we thuis uit. Valt het daar goed, dan kan het de markt op. Deze pittensalademix is op dit moment bezig aan een snelle klim.”
De verhouding noten-zuidvruchten is bij DNG in kilo’s 70-30 procent, bij de zuidvruchten is het 60-40 voor ”ready to eat” tegenover traditioneel gedroogd. Regelgeving dwingt het werken onder de strengste certificeringen af. „Vier hooggeschoolden bezetten onze kwaliteitsdienst. De grootste frustratie is een brief van een consument: Uw pinda’s waren niet lekker, hierbij de lege verpakking.”