Vragen
Denk u zich eens in dat u zich in tegenwoordigheid van die mensen (uit de tekst) had bevonden en aanschouwer was geweest van dat spektakel. Hoe zou u zich dan gedragen hebben? Wie weet of u het doen van deze ijdele lieden goedgekeurd zou hebben. Misschien had u er zelfs aan meegewerkt.
U zegt: Nee, nooit. Dat zouden wij niet doen. Och, niets is de natuur meer eigen dan grote gedachten van zichzelf te hebben. Ieder mens ligt immers het schimpen van alles wat God of Goddelijke zaken betreft, na aan het hart. Dat een ieder, die het werk van Gods Geest in zijn hart nog niet heeft ondervonden dit gruwelkwaad in zijn hart kon zien en dat het gezicht daarvan hem zou beroeren. Mocht dit een heilzame onrust in hem verwekken.Hoe jammerlijk is het dat een mens steeds voor zichzelf verborgen blijft, zijn eigen hart niet kent en in zijn blindheid zich vleit en zich beroemt op zijn goede hart. Maar bedenk dan eens, o, mens, wie u bent, u, die wel de naam van een christen draagt, maar voor de Heere de naam van een spotter hebt. Bedenk eens hoe ellendig u er aan toe bent. U kunt wel rein zijn in uw ogen, maar de spotters zal Hij bespotten en lachen in hun verderf.
George van Coeverden, predikant te Drijver (”De heerser Israëls”, 1743)