Bewoners Zuid–Suriname niet in paniek
PARAMARIBO (ANP) – De situatie in de overstroomde gebieden in het achterland van Suriname is ernstiger dan gedacht, maar de bevolking van de ondergelopen dorpen is niet in paniek. Dat constateert een delegatie onder leiding van minister M. Felisie van Regionale Ontwikkeling, die zondag de regio van de Boven–Suriname– en Tapanahonyrivier heeft geïnspecteerd.
Felisie zegt dat de bewoners van de getroffen dorpen langs de rivieren in het zuiden van Suriname de zaak onder controle hebben. Ze verplaatsen zich naar hoger gelegen gebieden. Aan de overheid hebben ze hulp gevraagd. Na inventarisatie van de noden en de mogelijkheden om hulp te verlenen, zullen maatregelen worden getroffen.In sommige dorpen staat driekwart van de huizen en kostgrondjes anderhalve tot twee meter onder water als gevolg van de extreme regenval in de afgelopen dagen. Felisie zegt dat vooral aan de voedselsituatie en de gezondheidszorg extra aandacht moet worden besteed.
Eerder zei minister I. Fernald van Defensie dat de regering uitgaat van een ”worst case-scenario”. Het nationaal coördinatiecentrum voor rampenbestrijding en het Surinaamse Rode Kruis behoren tot de organisaties waarvan hulp wordt verwacht.
Door de enorme regenval in Zuid–Suriname is het water in het Afobaka–stuwmeer in de laatste drie dagen met ongeveer een meter gestegen. Als de waterstand in het meer te hoog wordt, zal het overtollige water moeten worden gespild in het lager gelegen deel van de Surinamerivier.
Districtscommissaris H. Pinas van Brokopondo zegt dat de plaatselijke autoriteiten rekening houden met calamiteiten. Er worden voorbereidingen getroffen om eventuele schade in de dorpen in de directe omgeving van het stuwmeer te minimaliseren.