Gek van Volvo
Hij wil ze verhuren en is op zoek naar een plaats om ze neer te zetten op een manier dat meer mensen er iets aan hebben. Want wat is anders de lol van een verzameling van vijftig exclusieve Volvo’s in concoursstaat? Onder de vlag van ”Swedish Collection” kan veel van het Zweedse fraais binnenkort ook de weg op. „Maar alleen met chauffeur, ik ben geen Hertz of Avis.”
De fraaiste Volvo PV 444 AS -een luxe uitvoering van de Zweedse kattenrug- staat in Baarn, dat weet Hans Blokzijl (52) vrijwel zeker. Zijn eerste kattenrug kocht hij ruim dertig jaar geleden, op dit moment heeft hij er vier staan. Ze maken deel uit van zijn collectie van ruim vijftig bijzondere Volvo’s, waarvan 95 procent in topconditie verkeert.„Bouwjaar 1950. Zwaluw op de motorkap, gedecoreerde grille, rozetten op de bumpers, zeer luxe gecapittonneerd interieur, koplampkapjes, chroomstrips…” Blokzijl zwijmelt bij zo veel schoonheid. Duifgrijs heet de lakkleur, al is die voor de leek meer groen. „De mooiste ter wereld van deze uitvoering, dat durf ik wel te zeggen. Wat deze waard is? Dat valt mee, want Volvo is niet duur. In het verzamelaarscircuit varieert de prijs doorgaans van 15.000 euro voor iets goeds en 50.000 voor het bovenste segment. Deze komt nu op zo’n 20.000 euro, schat ik.”
De vier PV 444’s vormen slechts de aanloop naar een grote hal vol met opvallende vruchten van Zweeds autodesign. „Ik zoek alleen de topmodellen, de kleine series, niet de standaarduitvoeringen, slechts de meest luxe of bijzondere exemplaren. Ook moeten ze in goede staat verkeren of gemakkelijk daarin terug te brengen zijn. Nooit slopertjes of roestbakken dus, altijd volledig origineel af fabriek. Niet opgesmukt en ook nog het liefst met lage kilometerstanden.”
Ondernemer
In het dagelijks leven is Blokzijl ondernemer. Eigenaar van Bomencentrum Nederland BV, een grote kwekerij van bijzondere bomen. Ook is hij de bedenker en bezitter van het Groene Paviljoen, een futuristisch ogend gebouw van hout en glas waarin doorgaans zes dagen in de week groepen samenkomen uit de wereld van banken, verzekeraars, consultancy, overheden en industrieën. Recent vierde oud-SER-voorzitter Wijffels er z’n afscheid.
Door al dat groen kwam eigenlijk ook het Volvoverhaal in Blokzijls leven. „Voor mijn tuinbouwopleiding koos ik in 1973 als stageplek Zweden, toen nog lekker ver en onbekend. Die stage liep uit, ik bleef er terugkomen en raakte verzeild in kringen van jongelui die uitgingen in de kattenruggen van hun ouders. Ik was 20, had handelsgeest in m’n bloed en begon op dat moment te verzamelen.”
Met drie of vier jongens in één auto naar Scandinavië, met drie of vier auto’s retour. „Ik herinner me de winter van 1985. Noord-Nederland, Duitsland en Scandinavië waren dichtgesneeuwd. Op de terugweg, halverwege Denemarken, met sneeuwstormen bij min 10, moesten we opgeven, de Volvo’s achterlaten op een parkeerplaats langs de snelweg en zelf met het vliegtuig naar huis. Pas veel later konden we ze ophalen. Een paar kattenruggen en een Duett, de stationuitvoering daarvan. Volvo is altijd toonaangevend geweest in stationwagens.”
Halve Zweed
Inmiddels noemt hij zichzelf „een halve Zweed”, reist hij vele malen per jaar noordwaarts en keert hij zelden zonder iets aardigs terug. „Behalve dat ik goede ingangen heb in alle divisies van Volvo, bezoek ik trouw het VROM-festival, altijd het tweede weekend van augustus. Volvo Registrated Owners & Members: een club van vooral Scandinaviërs, Nederlanders, Belgen en Duitsers die hun paradepaardjes komen laten zien. Daar spreek ik deze en gene aan en zelden zonder resultaat.”
Zijn inmiddels vloeiende Zweeds komt hem bij het handelen goed van pas. „De laatste jaren heb ik er tientallen auto’s vandaan gehaald. Stuk voor stuk auto’s die vaak mooier zijn dan toen ze ooit in de showroom stonden. Tot op heden zijn de prijzen in Zweden plezierig, pas de laatste tijd lopen die wat op, omdat er steeds minder mooi spul op de markt komt.”
Een rondgang door zijn grote stallingsruimte ontneemt de bezoeker het gevoel dat Blokzijl snoeft of overdrijft. Het glimt, het blinkt, het schittert en nagenoeg alle auto’s staan gebruiksklaar. Een van de hoogtepunten is de Volvo 960 Executive stretched limousine uit 1995, waarin de Zweedse koningin Silvia gedurende enige tijd werd rondgereden. Toen zij hem van de hand deed, kreeg een Libische oliesjeik hem in zijn bezit, die ’m vervolgens uit zuinigheid jarenlang bewaarde in een zeecontainer. De 6,20 meter lengte van deze 960 overtreft het basismodel met anderhalve meter. „Drie liter zescylinder lijnmotor, scheidingswand van glas en leer, nieuwprijs ooit 260.000 gulden.”
Honeckers
Elke bolide heeft z’n eigen verhaal. Neem het sextet ”Honecker-Volvo’s” dat Blokzijl recent bemachtigde. Het gaat om zes verlengde 760’s GLE in Stasiblauw met V6-motoren, die de voormalige Oost-Duitse machthebbers begin jaren tachtig voor zichzelf lieten aanrukken vanuit Zweden. Op een van de schermen waait nog de gehate regeringsvlag, in de interieurs is zichtbaar waar de afluisterapparatuur zat weggewerkt. „Iemand in Duitsland adverteerde ermee, ik hapte toe en haalde ze weg uit een paar oude kippenschuren. Sinds de val van de Muur in 1989 stonden ze stil. Altijd onderhouden in speciale ondergrondse Stasigarages. Allemaal met vergrote benzinetank: 100 liter.”
Een volgende witte raaf: de Californiëwitte 544 Sport handgeschakelde 4-bak met dubbele carburateur: „Da’s met gemak 90 pk en 180 kilometer per uur. Uit 1965, met 163.000 kilometer op de teller. Die motor is op de helft van z’n levensduur.” Drie 1800’s -voor de liefhebber: in S en ES-, zeven stuks Bertone design coupé waarvan een in Two-tone, een verlengde 245T-combi, afkomstig van de Hongaarse president uit 1980. De 480 -Nederlands design uit Born- de 142, 145, 164, 262, 265, 740, 760, 780, 960: allemaal in bijzondere uitvoeringen en met afwijkende motoren.
„Volvo was altijd onderscheidend van karakter, is nooit te verwarren geweest met enig ander merk”, zegt Blokzijl. Wat niet wil zeggen dat hij geen kritiek heeft op latere modellen die steeds meer windtunnelkenmerken gingen vertonen. „De V40, V60 en S70 zijn in algemene zin goed, maar bij de huidige V50 voel ik geen enkele emotie. Toen Ford een aantal jaren geleden Volvo overnam, had er helaas een ommezwaai in filosofie plaats”, aldus de Volvofanaat.
„De S80 die dezer dagen uitkomt, vinden ze bij Volvo geweldig, maar ik voel er nog niet veel bij. Wél bij de C30 -van de Nederlander Fedde Talsma, die ook de 480 ontwierp-, voor 2007 op de rol. Ik heb er al een van besteld, als het lukt krijg ik chassisnummer ”nul”. Die C30 is weer lekker onderscheidend. Een echte Volvo.”
Omdat op dit moment de verzameling slechts staat te staan en verhoudingsgewijs weinig mensen er plezier van hebben, heeft Blokzijl er twee plannen mee. Dezer dagen wordt ”Swedish Collection” in de markt gezet, een verhuurbedrijf dat de auto’s op de weg gaat brengen voor exclusief vervoer en ze inzetbaar maakt bij jubilea, bruiloften, bedrijfspresentaties of filmopnamen. „Vier kattenruggen achter elkaar voor je gasten? Zes Honeckers als er twintig mensen van Schiphol moeten worden afgehaald? Of huur de stretched Royal 960, net als alle andere alleen verkrijgbaar met chauffeur. Dan heb je thuis in elk geval iets te vertellen. Het feestje van Herman Wijffels van de SER was het eerste waarbij de auto’s werden ingezet.”
Verder is Blokzijl naarstig op zoek naar een geschikte stek in Baarn of directe omgeving om zijn collectie tentoon te stellen. „Een museum in Zweedse sferen dat veel meer is dan alleen autootjes kijken. Ontbijten, lunchen of dineren in een Scandinavische ambiance, met Zweedse muziek en Zweedse meubels. Een beetje à la Madame Tussauds: naast de beelden moet er van alles te beleven zijn.”