Blair
Als er één ding is waar de Britse politicus Blair goed in was, dan was het wel het winnen van verkiezingen. Inderdaad: dat was zo. Want met de uitslag van de vrijdag gehouden gemeenteraadsverkiezingen is dat imago volledig vergruisd.
De uitslag is vernietigend voor Blairs Labourpartij. Van de drie partijen die ertoe doen in de Britse politiek, is Labour inmiddels met 26 procent van de stemmen de kleinste geworden. Grote winnaars zijn de Conservatieven (40 procent) en tweede zijn de Liberaal-Democraten (27 procent). De Labourpartij is rond de 250 zetels in gemeenteraden kwijt. Zelfs in districten waar ze al decennialang de macht in handen had, zoals in Londen, heeft de partij van Blair nu het onderspit moeten delven. Britse commentatoren spreken van een „electoraal bloedbad.”In veel landen hebben lokale verkiezingen het karakter van een proteststem tegen de landelijke regering. Ze zeggen immers vaak meer over het oordeel van de kiezer over het beleid op nationaal niveau dan over dat op plaatselijk niveau.
Dat speelt ook hier een rol. Het beeld van de partij van Blair is ernstig beschadigd. Zowel door beleidsmatige blunders als door affaires. De meest recente kwestie is dat de minister van Binnenlandse Zaken zo’n duizend buitenlandse gevangenen na het uitzitten van hun straf heeft vergeten het land uit te zetten.
Daarnaast zijn er problemen met het betalen van landbouwsubsidies, waardoor Londen de kans loopt een boete opgelegd te krijgen van de Europese Commissie. Vorige maand is ook bekend geworden dat de kosten voor de gezondheidszorg veel hoger zijn dan begroot. Missers die de regering-Blair worden aangerekend.
Maar nog schadelijker zijn de recente affaires, waarvan kiezers enerzijds smullen, maar waarover ze zich anderzijds geweldig opwinden. De kwesties zijn bekend. De media (vooral de boulevardpers) hebben ze breed uitgemeten: een vicepremier die het houdt met een medewerkster, het gebruik van de koninklijke luchtvloot voor privédoeleinden, de declaratie (van 11.000 (is0(
euro groot) bij de partij voor het bezoek aan de kapper door de vrouw van Blair, en het verlenen van adellijke titels aan mensen die de Labourkas spekken.
Dat de kiezer van dit soort affaires genoeg heeft, is te begrijpen. Dat hij dit Blair aanrekent evenzo.
In binnen- en buitenland genoot de premier in het verleden het aanzien van een enthousiast politicus die een redelijk alternatief was voor de soms hardvochtige (Thatcher) of weinig inspirerende (Major) aanpak van de conservatieven. Dat is hij nu kwijt.
Vandaag is Blair druk met het hervormen van zijn kabinet. Er zullen koppen rollen. Maar de ex-minister van Gezondheid, Dobson, zou wel eens gelijk kunnen hebben. „Hervormen van het kabinet is niet anders dan het herschikken van de stoelen op de Titanic.”
Vanuit de Labourpartij dringen steeds meer mensen er bij Blair op aan ten minste een datum bekend te maken waarop hij wil terugtreden. Er is al bekend dat hij deze ambtstermijn als zijn laatste beschouwd. Maar wanneer verlaat hij het schip? Labour heeft immers dringend behoefte aan een nieuwe kapitein.