De te realiseren centra kunnen in capaciteit variëren van 200 tot 600 personen. Stadsgewest Utrecht krijgt twee tot drie centra, stadsgewest Amersfoort een, Zuidoost-Utrecht een en West-Utrecht een tot twee.

Dat is de uitkomst van overleg tussen diverse ministeries, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA).

Van de huidige asielzoekerscentra heeft een groot deel een tijdelijk karakter. Om efficiënter te kunnen werken, is het rijksbeleid er nu op gericht het aantal permanente centra uit te breiden. Voor de provincie Utrecht resulteert dat streven in de afspraak 1200 plekken boven op de huidige 1575 te realiseren.

Over de precieze locaties van de asielzoekerscentra zal overleg worden gevoerd tussen het COA en de diverse gemeenten. Commissaris der Koningin B. Staal voorziet daarbij geen problemen. „Onze provincie heeft tot nu toe altijd goed aan de behoefte kunnen voldoen. Ik zie niet in dat de situatie nu anders is.”

De locaties waarop de permanente centra moeten komen, dienen te voldoen aan een aantal criteria. Zo moet de plek op loopafstand van openbaar vervoer liggen en op loop- of fietsafstand van winkels. Het terrein mag niet vervuild zijn en geen overlast hebben door geur, geluid of opslag van giftige stoffen. Verder mag het centrum de omgeving niet te veel belasten.

Staal denkt niet dat het aantreden van het nieuwe kabinet roet in de afspraken zal gooien. „Het is goed mogelijk dat het aantal tijdelijke asielzoekerscentra zal worden teruggebracht. Maar over de hoeveelheid permanente plekken is nu een akkoord bereikt. Dat ligt er nu eenmaal.”