In acht landen van de EU is dergelijk onderzoek wettelijk verboden. In Nederland maakt de Embryowet het onder strikte voorwaarden mogelijk medisch–wetenschappelijk onderzoek te doen met embryo’s die overblijven na reageerbuisbevruchting. Embryo’s zijn de meest geschikte leveranciers voor dit type onderzoek, omdat die in eerste instantie uitsluitend uit stamcellen bestaan.Europarlementslid Toine Manders (VVD) reageerde teleurgesteld op de negatieve houding. „Je moet juist alle middelen aangrijpen om vervelende ziektes te bestrijden”, zei Manders. „We moeten niet wegens een geloof bepaalde behandelmethodes tegenhouden. Ik vrees dat rijke Europeanen straks een retourtje Peking kopen om zich daar via stamcellen te laten behandelen, terwijl armen op de oude methoden zijn aangewezen”.

CDA–Europarlementslid Maria Martens is juist blij met de uitkomst. Ze wil geen prioriteit geven aan onderzoek dat in een aantal EU–landen is verboden. „Dat zou discriminatie zijn van bepaalde landen, want die kunnen de subsidie dan niet krijgen”, aldus Martens.

Het voltallige Europarlement moet zich over enkele maanden uitspreken over het EU–programma voor stamcel– en ander onderzoek. Onzeker is of dan dezelfde uitslag uit de bus rolt.

Wetenschappers denken dat onderzoek naar embryonale stamcellen op termijn nieuwe behandelingen voor ziekten als diabetes, Parkinson en Alzheimer kan opleveren. Tegenstanders vinden embryonaal stamcelonderzoek moreel onaanvaardbaar. Een verbod op dit onderzoek geldt in Duitsland en een aantal Zuid–Europese landen. De rooms–katholieke kerk heeft zich er eveneens tegen gekeerd.