De asielzoekers zijn afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), maar weigeren de opvang te verlaten. Velen van hen zitten daar al aanzienlijke tijd en zijn geïntegreerd in de Nederlandse samenleving, aldus Kalsbeek.

Voorheen moest de IND bewijzen dat de uitgeprocedeerde asielzoekers weigeren mee te werken aan hun uitzetting. Dit kost volgens de staatssecretaris erg veel tijd en mankracht, waardoor de asielzoekers zeer lang in de opvang verblijven.

Vanaf 10 juli wordt een nieuwe regeling van kracht, die er voor moet zorgen dat de 5000 vluchtelingen eind 2003 het land uit zijn. De asielzoekers moeten zelf bewijzen dat ze wel meewerken. Een afgewezen vluchteling moet op gesprek komen bij de IND en bewijsstukken overhandigen waarmee hij kan aantonen dat hij van plan is Nederland te verlaten.

Als de IND vaststelt dat de asielzoeker niet meewerkt, geeft de dienst deze gegevens door aan de gemeente waar de vluchteling verblijft. De gemeente kan dan in het uiterste geval zijn woonruimte ontruimen.

Kalsbeek zegt dat de versnelde uitzetting sociale onrust en protesten kan veroorzaken. Ze benadrukt echter dat onder alle omstandigheden een consistent en effectief beleid gevoerd moet worden. Het signaal naar de asielzoekers moet duidelijk zijn, aldus de staatssecretaris.