Het was in het algemeen een slappe maand voor de autosector, waarbij de verkopen in vergelijking met vorig jaar april terugliepen met 3,7 procent.Dat komt voor een belangrijk deel door de hogere benzineprijzen, waardoor de verkoop van de eens zo populaire luxe terreinwagens en pick-ups sterk terugliep.

Bij General Motors (GM) daalde de verkoop met 10,7 procent; Ford ging met 6,8 procent omlaag en DaimlerChrysler zakte met 6,2 procent. Toyota verkocht daarentegen 4,5 procent meer auto’s dan een jaar geleden.

De Japanse producent verkocht vorige maand in de VS 219.965 auto’s en passeerde daarmee DaimlerChrysler die bleef steken op 211.395 exemplaren. „Het is een keiharde markt waar nu naast kwaliteit door de hogere benzineprijzen ook het brandstofverbruik een steeds belangrijker factor wordt bij de aanschaf van een voertuig”, aldus Paul Taylor, marktanalist van Amerika’s National Automobile Dealers Association.

De hoge benzineprijzen vormen momenteel volgens opiniepeilingen de grootste zorg van Amerikanen. Dit punt is belangrijker dan bijvoorbeeld de impopulaire oorlog in Irak. In verband met de tussentijdse verkiezingen in november lanceerde Republikeins fractieleider Bill Frist vorige week het voorstel om alle automobilisten in de VS een cheque van 100 dollar te geven als compensatie voor de hogere kosten. Dat plan werd eerder deze week echter afgeschoten als onrealistisch.

De regering Bush voelt er echter ook niets voor om iets te doen aan de fiscale voordelen van de oliemaatschappijen die vorig jaar recordwinsten boekten. Volgens minister voor energie Samuel Bodman „moeten de Amerikanen er maar aan wennen dat energie voor onbepaalde tijd duurder is dan wij de afgelopen jaren gewend waren.”

Suprematie

- Toyota doorbreekt suprematie van Amerikaanse autoproducenten.

- DaimlerChrysler verdrongen van derde plaats op Amerikaanse markt.

- Ook Ford en General Motors geconfronteerd met teruglopende verkopen.