Abu Ghaith: Structuren al-Qaida nog steeds intact
De structuren van al-Qaida zijn nog altijd intact. Sulaiman Abu Ghaith, die als woordvoerder van het terreurnetwerk optreedt, zegt dat in een vraaggesprek met het Algerijnse dagblad El Youm.
Abu Ghaith herhaalde in het dinsdag gepubliceerde interview dat al-Qaida nieuwe aanslagen op Amerikaanse en Joodse doelen zal plegen. Volgens Abu Ghaith zal al-Qaida in actie komen waar en wanneer het netwerk dat wil en met de middelen die het daarvoor het beste acht.
Volgens de woordvoerder heeft het Amerikaanse legeroffensief in Afghanistan aan duizenden onschuldige burgers het leven gekost, maar geen enkel effect gehad op het netwerk van al-Qaida. De strijd tegen de Amerikanen is een strijd van „goed tegen kwaad”, die nooit zal eindigen, zei de woordvoerder.
Abu Ghaith verklaarde voorts dat al-Qaida-leider Osama bin Laden in goede gezondheid verkeert.
De krant nam de woordvoerder het interview af via twee tussenpersonen. Waar Abu Ghaith zich bevindt, meldt het dagblad niet.
De Britse mariniers hebben hun laatste missie in Afghanistan dinsdag voltooid voordat ze over ruim een week naar huis terugkeren. Zo’n 100 commando’s van de Royal Marines keerden terug op hun basis in Bagram, na drie dagen in het grensgebied met Pakistan te hebben gezocht naar strijders van al-Qaida en de Taliban. In totaal worden 1000 in Bagram gestationeerde mariniers teruggetrokken.
De laatste zoekactie leverde niet veel op. De Britten vonden alleen enkele tientallen mortiergranaten, die ze ter plekke vernietigden. De militairen zijn vier maanden in Afghanistan geweest.
De Britse commando’s zullen voorlopig niet worden opgevolgd. Wel blijven Amerikaanse commando’s in het grensgebied rond de stad Khost zoeken naar de strijders van al-Qaida en de Taliban die tot nu toe aan arrestatie hebben weten te ontkomen.
Afghanistan heeft een groot tekort aan goed opgeleide mensen. Dat is de komende jaren het grootste struikelblok voor het land, dat na jarenlange binnenlandse strijd en verlost van het juk van de Taliban, probeert de draad weer op te pakken.
Dat zegt Esmee de Jong. Zij is als medisch antropologe werkzaam in de Afghaanse hoofdstad Kabul voor HealthNet International, een van de drie grootste hulporganisaties in Afghanistan op het gebied van gezondheidszorg. „Het succes van het werk van de hulporganisaties staat of valt met de inzet van goed opgeleide Afghanen.”
Na een kort bezoek aan Nederland keert de 34-jarige De Jong komende week terug naar Afghanistan om er tot het einde van het jaar te blijven. Als medisch antropologe onderzoekt ze de manier waarop mensen omgaan met ziekten en de gezondheidszorg. Haar taak in Kabul bestaat voor een deel uit lobbyen bij geldschieters, maar ook houdt ze zich bezig met de opzet van de geestelijke gezondheidszorg, die tot nu toe erg slecht is georganiseerd.
„Opleidingen daarvoor zijn er niet. Het lesmateriaal waarmee de mensen moeten werken stamt nog uit de Sovjettijd en is dus erg verouderd. Bovendien rust op de geestelijke gezondheidszorg nog een beetje een taboe en wordt een psychisch probleem niet echt beschouwd als een ziekte”, vertelt De Jong, die eerder in 1999 vier maanden voor HealthNet in Afghanistan was.