Met de campagne Stop Ouderenmishandeling moet dat eind 2007 zijn verwezenlijkt. Dat heeft het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) dinsdag bekendgemaakt. Naar schatting krijgen jaarlijks meer dan 160.000 ouderen in Nederland te maken met mishandeling. De informatiepunten geven voorlichting en verwijzen bij een vermoeden van ouderenmishandeling door naar professionele hulpverleners. Niet alle gemeenten zullen aparte loketten voor ouderenmishandeling krijgen. Het NIZW wil de informatiepunten koppelen aan de projecten huiselijk geweld die al in veel gemeenten zijn opgezet.

Ouderenmishandeling is een relatief onbekend maatschappelijk probleem waar nog steeds een taboe op rust. Het gaat naast mishandeling ook om seksueel misbruik en financiële uitbuiting. Soms gaat het om uit de hand gelopen mantelzorg. In ruim driekwart van de gevallen is ouderenmishandeling gericht op vrouwen rond de tachtig jaar. Plegers zijn vooral familieleden.

Om de komst van de informatiepunten te stimuleren trekt de komende maanden een landelijk ambassadeur bestrijding ouderenmishandeling door het land. Mirjam van Dongen van GGZ De Grote Rivieren probeert op die manier ouderenmishandeling op de kaart te krijgen. Zij richt zich vooral op gemeenten die nog geen informatiepunt hebben. Inmiddels heeft 40 procent van de gemeenten dat al. Ook de politiekorpsen worden ingeschakeld. Zij spelen volgens Van Dongen ook een belangrijke rol bij het signaleren van ouderenmishandeling.

De campagne Stop Ouderenmishandeling wordt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid uitgevoerd door het NIZW, TransAct, GGZ De Grote Rivieren en het Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling.