„De mensen van Flevoland weten er iets van te maken”
ZEEWOLDE/ALMERE (ANP) – In Flevoland woont veel stoer volk. Dat werd deze Koninginnedag wel duidelijk. In Zeewolde vielen zaterdag hagelstenen van een halve centimeter doorsnee, in Almere was het minder nat maar ook ijskoud. En tòch zat de stemming er bij de meesten wel in, in de beide plaatsen die dit jaar door de koningin en haar familie werden aangedaan.
„Hoe koud het ook is, de mensen van Flevoland weten er iets van te maken, voor ons en voor elkaar”, constateerde ook koningin Beatrix zelf bij de afsluiting in Almere.In Zeewolde leek het net op te klaren toen de koninklijke gasten in hun drie heli’s arriveerden, een mooie regenboog op de achtergrond. Maar ze waren nog niet uitgestapt of het begon opnieuw te hagelen. En er lag al een behoorlijke laag ijs.
Kleumende kinderen, die al een poos het lied Welkom koningin hadden staan oefenen, zongen bibberend en blauw van de kou door. Eéntje redde het niet meer en moest huilend worden weggevoerd. Het zou niet het laatste geval van kinderleed zijn op deze Koninginnedag.
De vorstin zelf liep swingend en stralend door het koor, gevolgd door haar al even vrolijk ogende zonen en hun vrouwen, haar zus Margriet en zwager Pieter en hun (schoon)kinderen. Alleen Anita, de vrouw van Pieter–Christiaan, ontbrak. Ze had griep.
Op het modderige Oranjeveld in Zeewolde gingen alle activiteiten zoveel mogelijk door, inclusief de hutspotrace en de houtzaagdemonstratie, die resulteerde in een uitgezaagd kroontje voor Aimée, de vrouw van prins Floris, de jongste van prinses Margriet. Ze zal het ermee moeten doen, want haar man is door zijn huwelijk zonder toestemming net zo ver van de troon verwijderd als iedere gewone burger.
Op de eerste Koninginnedag waarop ze zich niettemin prinses mocht noemen kweet Aimée zich echter vol enthousiasme van haar taak: ze lachte in haar mantelpakje of het 25 graden was en trippelde elegant op haar pumps over het weiland. Op de hoge hakken trouwens ook de zeer duidelijk in blijde verwachting verkerende Laurentien en Mabel.
Wie veel Koninginnedagen in het kielzog van de Oranjes heeft meegemaakt, weet dat die nooit zonder kinderverdriet voorbij gaan. In de menigte verdwaalde kinderen, verlegen kinderen, nerveuze kinderen, door ouders of juffen en meesters naar voren geschoven, misschien wel uit gepaste trots, maar tevens voorbijgaand aan de ellende die sommige kleintjes doorstaan. Ook in Zeewolde en Almere waren er weer meerdere slachtoffertjes.
Dikke tranen zaterdag in Zeewolde onder meer bij de kleine Rosella. Lange tijd had ze staan wachten, in haar lichtblauwe jasje, in de kou, mèt haar halve viooltje. Om mooi te spelen voor de koninklijke familie. Toen het moment daar was, ging het bijna niet meer: rillen, huilen, de kleine bood een deerniswekkende aanblik, maar kreeg wel de hoofdprijs: uitgebreide aandacht van prinses Màxima en een paar andere prinsessen.
Het koninklijk gezelschap nam ruim de tijd en had telkens oog voor individuele omstanders. Prinsen en prinsessen gingen met ze op de foto, plaatsten zelfs handtekeningen, zeiden af en toe iets hartelijks in een microfoon van radio of tv. Pieter–Christiaan en prins Maurits klauterden zelfs in een klimwand, de eerste op zijn nette schoenen, de tweede op geleende gympen.
Ze lachten om hun getekende portretten in de straten van Almere, die waren bekleed met een oranje loper en omzoomd met mooie boeketten. Hoogtepunt vonden ze wel een portret van Pieter van Vollenhoven, met pianotoetsen als tanden en stoplichten –voor de veiligheid– aan weerskanten. Maurits fotografeerde lacherig een karikatuur van Laurentien, die hem plagerig in de kraag greep.
Intussen deden Willem–Alexander en Máxima de ’lezerstest’ van de plaatselijke bieb, maar ’Máx’ –zoals Mariléne haar noemt– scoorde toch het best met haar poging virtueel koekhappen. Springend op haar hoge hakken probeerde ze de op een groot scherm getoonde koek te raken. Ze bakte er niks van, maar haar schaterlach maakte dat meer dan goed.