Bot ontstemd over detentie Taylor
SOFIA - Minister Bot van Buitenlandse Zaken is ontstemd dat nog niet één land heeft aangeboden zich beschikbaar te stellen voor de gevangenschap van de voormalige Liberiaanse president Taylor. Detentie in een ander land stelt Bot als voorwaarde voor berechting in Den Haag.
Charles Taylor werd eind maart gearresteerd in Nigeria en uitgeleverd aan het Sierra Leonetribunaal (SCSL) in Sierra Leone. Het SCSL is echter bang dat de oud-president nog voldoende machtsbasis heeft om zijn bevrijding te organiseren en vroeg daarom aan de Nederlandse regering of Taylor in Den Haag kan worden berecht. Het SCSL zal dan de voorzieningen van het Internationaal Strafhof gebruiken.Minister Bot reageerde daar positief op, maar stelde als voorwaarde dat Taylor zijn mogelijke straf in een ander land moet uitzitten.
Drie landen (Oostenrijk, Zweden en Denemarken) hebben het verzoek echter al afgewezen. „Aanvankelijk reageerde men steeds positief, maar daarna kwam men toch met een negatieve reactie”, aldus Bot vrijdag in de marge van een NAVO-bijeenkomst in Sofia.
De minister benadrukte dat zijn voorwaarde „glashard” is. „Als er geen ander land is dat zich beschikbaar houdt voor de detentie, vindt de berechting gewoon niet in Den Haag plaats. Als ik dit niet op dit moment regel, vind ik later nooit meer iemand. Ook tegen de Amerikanen heb ik gezegd dat ik boter bij de vis wil.”
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zei eerder deze week dat landen „in de rij” zouden moeten staan voor de detentie van Taylor in plaats van zo terughoudend te zijn. Volgens HRW-directeur Richard Dicker zijn er twaalf landen die vergelijkbare overeenkomsten hebben met het Joegoslavië- en Rwandatribunaal.
Volgens minister Bot is het „niet te veel gevraagd” voor landen om zich garant te stellen voor de gevangenschap. „Me dunkt dat wij al genoeg risico nemen. Ik begrijp deze weigerachtige houding niet.”