Vrij groot verloop onder bouwvakkers
Van alle bouwvakkers stopt jaarlijks 10 procent met werken in de bouw. Het merendeel van hen gaat naar een andere bedrijfstak, waar het werk lichter is en beter wordt betaald. Een klein deel wordt werkloos of begint een eigen bedrijf in de bouw.
Dat blijkt uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) in opdracht van de werkgeversorganisatie AVBB en de vakbonden. Het onderzoek vond plaats in de tweede helft van 2000, toen 10.000 van de 155.000 werknemers de bouw verlieten.
Tweederde van hen vertrok vrijwillig, eenderde werd ontslagen. Vooral onder jongeren is er een groot verloop naar andere sectoren. Slechts eentiende van hen wil weer terugkeren in de bouw.
Volgens tweederde van de uittreders had de werkgever hun vertrek kunnen voorkomen. Een hoger loon en betere arbeidsomstandigheden zijn de meest genoemde voorwaarden. Ook een lagere werkdruk en betere organisatie worden vaak genoemd.
De meeste bouwbedrijven (vier van de vijf) geven toe niets te doen om hun personeel te behouden. De ondernemers zeggen gewoon een onderaannemer in te huren, als ze te weinig eigen werknemers hebben.
Naar aanleiding van het onderzoek schrijft het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB) nu een actieplan hoe bouwbedrijven hun personeel beter kunnen behouden. „We weten niet of het verloop schrikbarend is, omdat vergelijkende cijfers met andere sectoren ontbreken, maar we proberen te voorkomen dat bedrijven op den duur onvoldoende nieuwe werknemers kunnen vinden”, aldus een woordvoerder.
De vakbond FNV Bouw concludeert dat het hoog tijd wordt voor een sociaal beleid in de bouw. De bond pleit voor betere arbeidsomstandigheden en werkoverleg. Werknemers moeten bovendien meer uitleg krijgen en promotie kunnen maken.
Tegelijk ziet FNV Bouw iets positiefs in het onderzoek: de bouw is geen ’doodlopende weg’ voor de werknemers. De meeste uittreders verbeteren namelijk hun positie als ze elders gaan werken of een eigen bedrijf beginnen. De bond denkt ambivalent over de werknemers die eigen ondernemer worden: enerzijds vindt de bond het goed als vakmensen hun ondernemerskwaliteiten ontplooien, maar ’schijnzelfstandigheid’ wordt afgewezen. „Daarvan is veelal sprake wanneer de ex-werknemer als zelfstandige voor z’n vroegere werkgever blijft werken. Die ontwikkeling mag niet gestimuleerd worden”, vindt FNV Bouw.