„Milosevic gedreven door machtshonger”
Knut Vollebaek, voormalig voorzitter van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), heeft de Joegoslavische ex-president Slobodan Milosevic persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor de oorlog in Kosovo. Hij getuigde maandag in het proces tegen Milosevic voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.
Milosevic is het conflict begonnen vanwege zijn honger naar macht en zijn persoonlijke interesse voor Kosovo, zei Vollebaek. Hij omschreef de voormalige president als de onbetwistbare politieke en militaire leider toen de Joegoslavische strijdkrachten Kosovaarse burgers aanvielen.
„Hij was degene die meestal sprak. Hij was degene die meestal conclusies trok”, aldus Vollebaek. „Alles liep zonder twijfel via Belgrado.”
Vollebaek ontmoette Milosevic tussen januari en maart 1999 in het bijzijn van andere regeringsleden van Joegoslavië. Hij zei de indruk te hebben gehad dat Milosevic de leiding had.
Bij een van de ontmoetingen vroeg Vollebaek Milosevic de troepenopbouw in Kosovo in maart 1999, een schending van de overeenkomsten met de OVSE, toe te lichten. Milosevic zou hebben geantwoord dat de troepen er waren om hem te beschermen. Op de vraag waarom tienduizenden vluchtelingen het land verlieten zei Milosevic: „Ze waren slechts aan het picknicken.”
In het kruisverhoor beschuldigde Milosevic Vollebaek ervan opzettelijk OVSE-waarnemers uit Kosovo te hebben teruggetrokken „om de NAVO-bombardementen te vergemakkelijken.” Maar Vollebaek wees de beschuldiging af en zei dat Milosevic een kleine oorlog wilde. „De reden voor onze terugtrekking was dat we onze missie niet konden voltooien. Ze (militairen en politietroepen, red.) dwaalden rond en voerden wreedheden uit die we niet konden stoppen.”
Om Milosevic te kunnen veroordelen, moeten de aanklagers bewijzen dat hij wist van de misdaden die zijn troepen begingen en dat hij als bevelhebber van de strijdkrachten de misdaden heeft voorkomen noch vervolgd.
Joegoslavië zelf is ook bezig met het berechten van oorlogsmisdadigers. Een voormalige soldaat van het Joegoslavische leger is maandag veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf wegens oorlogsmisdaden tijdens het offensief van 1999 in Kosovo. Het is de eerste keer dat er in Joegoslavië zelf iemand veroordeeld wordt voor oorlogsmisdaden begaan tijdens een van de conflicten die ontstonden na het uiteenvallen van het federale Joegoslavië begin jaren ’90.
Ivan Nikolic (30) werd veroordeeld wegens het doodschieten van twee etnisch Albanese Kosovaren in het dorp Peduh in mei 1999. Zijn advocaat zegt dat de veroordeling van Nikolic het gevolg is van de druk van de internationale gemeenschap op de Joegoslavische regering om ook in eigen land processen te beginnen wegens oorlogsmisdaden en dat er geen bewijs is voor de schuld van zijn cliënt.
Later deze maand begint het proces tegen twee voormalige leden van een Joegoslavische antiterreureenheid, die worden beschuldigd van de moord op negentien etnisch Albanese Kosovaren.
Een Bosnisch-Servische verdachte die voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag heeft terechtgestaan, heeft in strijd met de regels een afspraak gemaakt met zijn advocaten, waardoor een deel van het geld dat voor zijn verdediging was bestemd, in zijn eigen zakken verdween. Het gaat om een bedrag van minstens 178.000 euro.
De veroordeelde oorlogsmisdadiger Zoran Zigic heeft sinds april 1998 1,4 miljoen euro van het hof gekregen om zijn verdediging te bekostigen. Voor het begin van het proces tegen Zigic had het tribunaal vastgesteld dat de Bosnische Serviër zelf geen bezittingen had en in Prijedor slechts een armoedig huis deelde met zijn ouders. Maar vier jaar later ontdekten onderzoekers van het tribunaal dat de familie van Zigic in de Republika Srpska inmiddels een zaak, drie auto’s en twee appartementen bezit, en dat het huis waarin Zigic met zijn ouders woonde, is opgeknapt en daardoor niet langer 15.000 euro, maar zeker 50.000 euro waard is.
Zigic krijgt voortaan geen geld meer van het hof. Bovendien overweegt het hof eerder uitgekeerd geld terug te vorderen van de voormalige taxichauffeur, die schuldig is bevonden aan het martelen en vermoorden van gevangenen in Bosnische kampen en tot 25 jaar gevangenisstraf is veroordeeld.
Vrijwel alle verdachten die terechtstaan voor het tribunaal krijgen van het VN-hof geld om hun verdediging te betalen. Een van de weinige uitzonderingen hierop is de Joegoslavische oud-president Slobodan Milosevic, die het hof niet erkent en zijn verdediging betaalt met geld van zijn getrouwen.