Europa blijft weerbarstig zendingsveld
PENISCOLA - Christenen hebben de laatste tien jaar in Europa mogelijkheden genoeg gekregen om te getuigen. Maar als we naar individuele situaties kijken, zien we vaak moeilijkheden, strijd en afbraak in plaats van groei, zegt Patricia Bakker. Ze woont deze week de tweejaarlijkse conferentie van de European Christian Mission (ECM) bij in het Spaanse Peniscola.
Van 22 april tot vrijdag zijn meer dan 200 zendingswerkers bij elkaar voor ontmoeting, onderwijs en toerusting rondom het thema ”Partners in zending”. ECM is een internationale, interkerkelijke organisatie, die werkers uitzendt in Europa en gemeenten sticht op plaatsen waar (bijna) geen christenen zijn. Patricia Bakker is werkzaam bij ECM Nederland.De ECM heeft momenteel 180 werkers uitgezonden naar achttien verschillende Europese landen. Er zijn vijf zendende kantoren: Nederland, Engeland, Ierland, Australië en de VS. Daarnaast gaan werkers uit Brazilië voornamelijk naar Spanje en is Spanje bezig om van ontvangend land ook zendend land te worden.
Bakker constateert een spanning als het gaat om het getuigen van het Evangelie in de context van het moderne Europa. „Dat komt onder meer doordat ECM-zendelingen vaak pionieren. Ze beginnen niet bij een al bestaande gemeente, maar starten met helemaal niets. En dan duurt het vaak vele jaren voordat er een volwassen gemeente is.”
Een duidelijke trend is volgens haar dat Europa steeds meer terugkeert tot het oude heidendom. „Europa wordt multireligieus. Christus als de enige Weg tot de Vader wordt niet erkend. Dit betekent onder meer dat protestantse en rooms-katholieke christenen ontdekken dat ze ten aanzien van ethische waarden dicht bij elkaar staan, vergeleken met het front van het seculiere humanisme. Dat is jarenlang wel anders geweest.”
Uitdaging
Internationaal ECM-directeur Ernie Addicott noemt evangeliseren in Europa de grootste uitdaging voor christenen vandaag. „Europa is een continent waar de meeste mensen wel gedoopt zijn, maar Jezus Christus niet als hun Redder en Verlosser kennen. Ze hebben ook geen geestelijke nood of een verlangen naar Christus. Ze zijn christen, gaan naar de kerk, maar daar blijft het bij. Daarom is veel geduld nodig en creativiteit om de juiste manier en toon te vinden om het Evangelie te brengen.”
De leiders van ECM constateren tijdens de conferentie deze week dat God in Europa aan het werk is. Velddirecteur Ron Andersen: „In Oekraïne, Spanje en Roemenië groeit de kerk van Christus. In Spanje is dat vooral door christenimmigranten uit Roemenië en Latijns-Amerika. Zij brengen het Evangelie op een heel praktische manier: als schoonmakers komen ze via de achterkant de huizen binnen. Huizen waarvan de voordeur dichtgehouden wordt voor het Evangelie. Ook in Frankrijk groeien de kerken voornamelijk door immigranten.”
De grootste aanwas van de kerken vindt plaats in Roemenië en Oekraïne. In Roemenië, in de regio rond Timisoara, is er een kerk voor iedere 10.000 mensen. „Dat was een doel dat de christenen daar graag wilden bereiken, vlak nadat het communisme viel”, zegt Bakker. „In december 2004 is dat bereikt. Nu zijn Roemenen bezig om mensen uit te zenden.”
In Oekraïne zijn de laatste tien jaar duizenden nieuwe kerken ontstaan. Bakker: „Ze hebben ook een missiologische visie voor de Balkan en voor Portugal. Bijzonder mooi is dat, omdat zij qua cultuur en taal dichter bij de Balkan staan dan andere Europese culturen.”
Mogelijkheden
God geeft een „raam van mogelijkheden”, aldus Anderson. „Die mogelijkheden dienen zich meestal aan vlak na een crisis, als een land onstabiel, zoekend en gewond is. Dan zie je dat de kerk snel groeit. Die momenten zijn belangrijk om mensen te onderwijzen en te trainen, zodat ze toenemen in geloof en zelfstandig worden. Dat gebeurde in Albanië, een land dat nog maar tien jaar open is. Er was een grote groei, maar nu neemt die wat af. Toch zijn de gemeenten daar volwassen aan het worden, hoewel sommigen hun eerste liefde hebben verloren.”
Ook de Balkan is een ’raam’, zegt Anderson. „Vooral in Kroatië en het noorden van Servië groeit de kerk. In Bosnië en het zuiden van Servië ligt dat veel moeilijker. Er zijn daar maar weinig kerken. Iedereen is gewond door de oorlog. Vaak hebben mensen wraakgevoelens. Deze gebieden hebben vergeving en genezing nodig. De boodschap van vergeving begint met het laten zien van liefde. Door liefde te tonen, worden harten aangeraakt en veranderd en wijzigt zich ook het denken van de mensen. Wat in Kosovo erg helpt, zijn de teams van jongeren die een boodschap van hoop brengen aan kinderen en volwassenen.”
Voor Patricia Bakker is de sfeer van de conferentie vooral gestempeld door ontmoeting en onderwijs. „Charles Price, voorganger van de People’s Church in Toronto, heeft ons onderwijs gegeven uit de brief van Paulus aan de Filippensen. Ware blijdschap én het lijden zijn daarbij twee belangrijke thema’s en heel herkenbaar voor zendelingen.”
„De werkers zijn zeer bemoedigd door dit Bijbelonderwijs. In het veld, in de gemeenten waar ze dienen, moeten ze onderwijs geven. Vaak vinden ze het moeilijk om zelf gevoed te worden. Op deze conferentie ontvangen ze geestelijk voedsel en zijn ze opnieuw bemoedigd door te zien en te horen wat God door hen doet en wil doen. Ze zijn toegerust om in het veld weer uit te delen wat God geeft.”