Deloitte eiste bewijzen van zeggenschap bij Aholds dochterbedrijven. Maar Ahold had deze zogenoemde control letters helemaal niet nodig, aldus advocaat Mischa Wladimiroff.Dat Deloitte op basis van intern beleid om dat bewijs vroeg, wil nog niet zeggen dat ze onder Amerikaanse boekhoudregels noodzakelijk waren, concludeerde Wladimiroff in zijn dupliek op de zestiende dag van het strafproces rond de boekhoudfraude bij Ahold. „Het openbaar ministerie heeft geen snipper bewijs aangevoerd waaruit blijkt dat de volledige consolidatie naar het Amerikaanse recht of volgens de beurstoezichthouder SEC niet kon.”

De aanval van de advocaat op de strikte lijn van Deloitte is opvallend. Het openbaar ministerie heeft gedurende het strafproces juist herhaaldelijk uitgehaald naar het lakse optreden van de huisaccountant van Ahold. Justitie overweegt om die reden een klacht tegen Deloitte in te dienen bij de tuchtraad.

De boekhoudfraude draait om de consolidatie door Ahold van zijn gezamenlijke dochterbedrijven in het buitenland. Om de inkomsten van deze bedrijven volledig bij de eigen omzet te kunnen rekenen, claimde het supermarktconcern zeggenschap bij de gezamenlijke dochterondernemingen.

Andere aandeelhouders in deze dochterbedrijven waren het hiermee oneens. Daarom werd de macht van Ahold weer ontkend in geheime afspraken, zogenoemde side letters, die de Nederlanders achterhielden voor hun accountant.

„Men kan de keuzes die de raad van bestuur destijds op het punt van consolidatie heeft gemaakt, niet de juiste keuze vinden of zelfs onjuist”, betoogde Wladimiroff.

De beslissing om te consolideren kan volgens hem het resultaat zijn geweest van onnadenkende of onachtzame keuzes. „Maar niets van dit alles is strafbaar”, benadrukte Wladimiroff.