Minder uitkeringen sinds nieuwe wet
DEN HAAG - Het aantal bijstandsgerechtigden is gedaald sinds gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor de uitkeringen. Maar de verschillen tussen steden zijn wel groot.
Gemeenten geven minder snel een bijstandsuitkering en doen steeds meer moeite om mensen met een uitkering aan het werk te krijgen. Dat blijkt uit een analyse die staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken woensdag naar de Tweede Kamer stuurde.Sinds de invoering van de Wet werk en bijstand in 2004 geeft het Rijk gemeenten een vaste som geld om de uitkeringen te betalen. Bij minder uitkeringen mogen gemeenten het overgebleven bedrag zelf houden. Tekorten moeten ze zelf aanvullen.
De nieuwe aanpak lijkt effect te hebben. Eind 2004 kregen in totaal 339.000 mensen een uitkering. Een jaar later daalde dat aantal met 11.000 en dit jaar zette die daling door.
Uit het onderzoek blijken wel forse verschillen tussen de grote en kleinere steden. Zo nam in Amsterdam het aantal bijstandsgerechtigden met 25 procent af, Dordrecht en Alkmaar hadden een vermindering van 16 procent.
Maar in kleinere plaatsen steeg het aantal bijstandstrekkers juist. Veenendaal telde begin dit jaar 25 procent meer uitkeringsgerechtigden dan in 2004, Zoetermeer 23 procent.
Staatssecretaris Van Hoof kan de verschillen niet verklaren. Hij concludeerde alleen dat de uiteenlopende resultaten zich niet door conjuncturele verschillen laten verklaren. Steden met tegenvallende cijfers doen naar zijn idee te weinig om het aantal uitkeringen terug te brengen.