Niet meer dan veertig wijkbewoners bezetten de aula van het Johannes Fontanus College in Barneveld. Door de gemeente uitgenodigde vertegenwoordigers van kerken, scholen en verenigingen zijn niet komen opdagen.„Het is ook nog maar de eerste keer”, vindt voorzitter van de avond G. Ploeg, die ook raadslid is voor de SGP. Barneveld houdt in samenwerking met de diverse wijkplatforms in totaal acht bijeenkomsten -waaronder een jongerendebat- in de diverse Barneveldse wijken of dorpskernen.

Een aanwezige steekt haar afkeer van hondenpoep niet onder stoelen of banken. In geuren en kleuren verhaalt ze hoe haar bezoek regelmatig in een „flinke hoop” stapt. „Die lucht krijg ik dan lekker in huis.”

Ze krijgt bijval van een man die zich afvraagt hoe het toch komt dat de gemeente zo laks optreedt tegen mensen die hun hond „overal zijn behoefte laat doen. Als ik iemand corrigeer, zegt hij: Meneer, ik betaal hondenbelasting. Dit terrein is van de gemeente, niet van mij.”

De gemeente Barneveld zou moeten overwegen enkele burgers op te leiden tot intermediair bij kleine geschillen in de buurt, vinden de wijkbewoners. „Een eerste belangrijke stap is echter het groeten van de buurman of buurvrouw”, meent een wijkbewoonster. „Als dat eens meer zou gebeuren, zou er al een hoop gewonnen zijn.”

Dat klinkt Janet Haasjes, voorzitter van het wijkplatform Norschoten, als muziek in de oren. „Er wonen hier veel tweeverdieners, waardoor er soms nauwelijks onderlinge contacten tussen de buurtbewoners zijn. Het aanspreken van elkaar op afwijkend gedrag is daarom veel moeilijker.”

J. van Holst (60), een geboren Rotterdammer die al 27 jaar in Barneveld woont, is sceptisch over de mogelijkheid fout gedrag te corrigeren. „Als ik bijvoorbeeld een jongere aanspreek op zijn gedrag en vraag of hij thuis ook zo doet, krijg ik als antwoord: Ik doe wat ik wil. Zo’n houding wordt alleen maar gestimuleerd met al die assertiviteitstrainingen van tegenwoordig. Het gedrag van sommige jongeren vraagt ook om een assertieve overheid die streng optreedt.”

De bewoner van wijk De Vaarst ergert zich aan het optreden van de politie. „Nog niet zolang geleden zag ik dat een agent het aan de stok had met een jongen. Die gast ging tot het uiterste. En die agent maar praten en nog eens praten, precies zoals hij op cursus heeft geleerd. Dat eindeloze praten heeft geen zin. Een politieman vertegenwoordigt het gezag en moet stevig optreden, punt uit”, stelt Van Holst.

„Mijn vader was agent. Als rooie Willem stout was, dan wist hij dat-ie een tik kon krijgen. En als hij die kreeg, haalde Willem het niet in z’n hoofd weer vervelend te worden. Moest een kroeg om twaalf uur dicht? Dan was hij ook echt om twaalf uur dicht. Men keek op tegen een politieman. Ontzag voor het gezag moet terugkeren in de samenleving.”

Een opmerking over een bestemmingsplan gooit het gesprek over een andere boeg. Een wijkbewoner vindt dat de gemeente zich niet aan dergelijke plannen houdt. „Is de goothoogte van de nieuw te bouwen moskee wat hoog uitgevallen? Barneveld lost het op door een ontheffing te verlenen. Houdt iemand veertien paarden, terwijl het bestemmingsplan er slechts vier toestaat? Ach, een paardje meer of minder kan geen kwaad, zegt de gemeente. Dit kan gewoon niet. Bestemmingsplannen moeten voor de lokale overheid heilig zijn.”

Het debat blijft deze avond steken bij het gal spuwen over allerlei dingen die fout gaan. Toch is er ook een positief geluid. Een vertegenwoordiger van een wijkplatform uit Voorthuizen prijst de gemeente Barneveld vanwege haar open opstelling tegenover initiatieven van wijkbewoners. „In goed overleg met de gemeente kun je veel gedaan krijgen.” Gevat: „Kennissen zijn belangrijker dan kennis.”