Directeur HGJB adviseert PKN bij jeugdwerk
BILTHOVEN - De directeur van de HGJB, de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond, wordt voor anderhalve dag per week -tot juni 2007- betrokken bij de opbouw van het jeugdwerk van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Dat meldt het nieuwste nummer van de Waarheidsvriend, het wekelijks orgaan van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk.H. J. van Wijnen bevestigde donderdagmorgen desgevraagd dat hij door het synodebestuur en de dienstenorganisatie van de PKN gevraagd is om het jeugdwerk in de Protestantse Kerk mede op te zetten. „Dat kun je zien als een direct uitvloeisel van het rapport over het jeugdwerk in de PKN dat in november 2004 door de synode werd aangenomen.
Dat was al een bijzondere gebeurtenis, want dat rapport was opgesteld door het jeugdwerk in de PKN, Youth for Christ en de HGJB. Dat wij met de HGJB een eigen organisatie hebben die een een eigen plaats heeft in de kerk is helder. Dat blijft ook zo, daar verandert niets aan.
Maar tegelijk hebben we ook altijd gesteld dat we er niet alleen willen zijn voor onszelf en de eigen gemeenten, maar juist ook voor het geheel van de kerk. Als er dan zo’n verzoek komt, dan durf ik dat niet te weigeren.”
Van Wijnen zegt te beseffen dat zijn nieuwe functie niet altijd makkelijk zal zijn. „Ik zal aan den lijve ondervinden hoe het is om als gereformeerde jongen in de breedte van de kerk te staan. Maar dat is in wezen natuurlijk niets nieuws. De hervormd-gereformeerde beweging heeft altijd dienstbaar willen zijn aan het geheel van de kerk.
En dat je dan tegen dingen aanloopt en je bevraagd zal worden op je overtuiging is ook niet nieuw. Dat geldt immers ook voor synodeleden, leden van de classes en noem al de werkers in de kerk maar op. Dat is een principiële keus. We willen niet aan de zijlijn roepen hoe het niet moet, maar we willen meebouwen waar dat kan.”
Het is de bedoeling dat Van Wijnen adviezen gaat geven om binnen de PKN te komen tot het opzetten van een nieuwe jeugdbeweging die vooral die jongeren moet bereiken die nu niet of nauwelijks worden bereikt.
„Dat wordt een andere organisatie dan de HGJB”, aldus Van Wijnen. „En het blijft ook een andere organisatie. Maar we hebben als HGJB natuurlijk wel bepaalde ervaringen die we nu kunnen gebruiken. Daarbij zie ik het als een uitdaging om, juist vanuit de overtuiging dat we als Protestantse Kerk een belijdende kerk zijn, ook die jeugd aan te spreken die we nu in de kerk niet bereiken.”
Het bestuur van de HGJB ziet het verzoek vanuit de kerk om Van Wijnen beschikbaar te stellen „als een roeping en is daarom bereid om op deze manier mee te werken aan de verdere opbouw van het jeugdwerk binnen het geheel van de kerk”, zo wordt in de Waarheidsvriend gemeld.
Nadrukkelijk wordt daarbij gezegd dat de HGJB zijn eigen positie houdt binnen de PKN, zoals in juni 2004 ook door het bestuur van de jeugdorganisatie is vastgelegd. Wel wil de HGJB „vanuit zijn eigen positie en identiteit dienstbaar zijn aan het geheel van de kerk.”