Kleine wonderen verzachten de ellende
Ondanks de dramatische hongersnood in Angola gebeuren er af en toe kleine wonderen die de ellende enigszins verzachten. Luísa Chambula raakte in mei haar man en kinderen kwijt toen ze door hulpverleners werd geëvacueerd wegens ernstige ondervoeding. Twee maanden later wordt ze door medewerkers van Artsen zonder Grenzen (AzG) met haar gezin herenigd.
Vel over been is nog te veel gezegd. De 20-jarige Luísa is zó mager dat het lijkt alsof haar lichaam elk moment in tweeën kan breken. De huid op haar benen is gebarsten door de hongeroedeem. Wezenloos staart ze voor zich uit op haar rieten matje in een voedingscentrum van de overheid net buiten de Angolese stad Malange. Een plastic tasje herbergt al haar bezittingen.
Twee maanden geleden kregen Luísa en haar gezin de opdracht zich naar een demobilisatiekamp voor ex-Unita-rebellen te begeven. Vader, moeder en twee kinderen zwierven wekenlang door de onherbergzame Angolese bush - zonder enig voedsel. Bovendien zijn veel wegen in de voormalige oorlogsgebieden nog steeds levensgevaarlijk vanwege de duizenden landmijnen die opstandelingen en regeringsleger er in de loop van tientallen jaren hebben gelegd.
Een helikopter van het Angolese leger plukte Luísa Chambula van de weg, toen ze door ondervoeding zo verzwakt was dat ze niet meer verder kon. Het leger bracht haar naar een voedingscentrum van de overheid. Haar man en kinderen trokken verder en kwamen uiteindelijk in het demobilisatiekamp Ngangasol terecht, niet wetend wat er met Luísa was gebeurd.
Een medewerker van Artsen zonder Grenzen die een kijkje komt nemen in het voedingscentrum vraagt Luísa naar haar naam. Als de hulpverlener de uitgeteerde vrouw vertelt dat haar man en kinderen vermoedelijk in het AzG-opvangkamp terecht zijn gekomen, barst ze in snikken uit.
Verpleegsters registreren officieel dat Luísa Chambula het voedingscentrum verlaat. De dolgelukkige Angolese heeft nog snel haar mooiste jurk aangetrokken. Voor ze vertrekt, moet ze nog even op de weegschaal. De wijzer haalt nog geen 35 kilo.
De opstap naar de Landrover van Artsen zonder Grenzen is nog te veel voor de verzwakte vrouw. Met grote moeite klimt ze uiteindelijk in het voertuig. Stil staart ze voor zich uit als de auto de luttele kilometers naar het AzG-kamp aflegt. Bij elke hobbel in de weg dreigt ze van de bank af te vallen.
Met knikkende knieën loopt Luísa het voedingscentrum binnen. Onderzoekend kijkt ze rond. Eensklaps ontdekt ze haar echtgenoot en twee kinderen. Voor haar man is er slechts een vluchtige kus, maar de kinderen drukt ze huilend tegen zich aan. Stil neemt ze plaats op een matje in een hoek van de zaal. De kinderen kruipen bij haar op schoot en klemmen zich angstvallig aan hun moeder vast.
De vader staat er maar stilletjes glimlachend bij. Of hij blij is dat zijn uitgeteerde vrouw het er leven af heeft gebracht? „Gelukkig hebben jullie haar weer teruggebracht”, zegt hij tegen de hulpverleners. „Dan hoef ik de was niet meer te doen en niet meer voor de kinderen te zorgen.” Hongersnood verandert geen culturen.
Dit is het derde deel in een reeks verslagen over hongerend Afrika.