De politieke veteraan en leider van de Nepalese Congrespartij (NCP) was in 1991 de eerste gekozen premier van Nepal sinds 1959. De toenmalige koning Birendra had onder grote druk en gewelddadige demonstraties voor het eerst in dertig jaar vrije verkiezingen uitgeroepen.Dat gebaar is vergelijkbaar met dat van koning Gyanendra, die maandag na wekenlange demonstraties toezegde dat de volksvertegenwoordiging weer bijeen mag komen.

De vier regeerperiodes van de beoogde premier waren niet allemaal even succesvol. Koirala zag zich driemaal genoodzaakt tot aftreden. In 1994 kondigde de premier zijn vertrek aan nadat de coalitie uiteen was gevallen en daardoor haar meerderheid in het parlement had verloren.

Koirala kwam in 1998 opnieuw aan de leiding van de regering, die toen door een politieke crisis maar twee ministers telde. Koirala wist met zijn NCP toch een meerderheid in het parlement te krijgen, maar slaagde niet de opstanden van maoïstische rebellen in zijn land te sussen. Het voortdurende massale geweld van demonstranten dwong Koirala al na een jaar tot aftreden.

De derde keer dat Koirala aftrad, had te maken met het drama rond de koninklijke familie dat zich in juni 2001 voltrok in Kathmandu. Kroonprins Dipendra schoot zijn ouders, koning Birendra en koningin Aishwarya, en zeven andere leden van het koninklijk huis dood. Vervolgens pleegde hij zelfmoord. De chaos rondom het koningshuis gaf maoïsten de gelegenheid het geweld te doen oplaaien. Koirala diende opnieuw zijn ontslag in.

Wanneer Koirala inderdaad premier wordt, is het herstellen van de orde in Nepal opnieuw zijn eerste taak. Maoïstische rebellen kondigden dinsdag aan dat zij niet akkoord gaan met de toezeggingen van koning Gyanendra. Zij willen de monarchie omverwerpen. „We zijn democraten en onze verantwoordelijkheid is om de niet-democraten in ons democratische raamwerk onder te brengen”, zei Koirala over de linkse rebellen.