Opinie

Houd herinnering aan dienstplichtigen Koude Oorlog levend

W. J. van den Brink vindt het jammer dat tien jaar geleden de militaire dienstplicht werd afgeschaft. Hij pleit voor een locatie waar de herinnering aan honderdduizenden Nederlandse dienstplichtigen die onder andere gedurende de Koude Oorlog hun inzet toonden, wordt levend gehouden.

26 April 2006 08:02Gewijzigd op 14 November 2020 03:41
„Het is nadelig voor de geestelijke weerbaarheid van de samenleving dat tien jaar geleden de dienstplichtwet is afgeschaft.” Foto ANP
„Het is nadelig voor de geestelijke weerbaarheid van de samenleving dat tien jaar geleden de dienstplichtwet is afgeschaft.” Foto ANP

Het is jammer en nadelig voor de geestelijke weerbaarheid van de samenleving dat tien jaar geleden, in het voorjaar van 1996, de opkomstplicht voor de militaire dienst (kortweg gezegd: de dienstplichtwet) is afgeschaft. Deze psychologische verschraling van onze maatschappij geldt vooral de hierdoor beperkter algemeen opgeleide generaties van ons volk. Onze jongens kunnen sinds de afschaffing van de dienstplicht alleen nog via een (semi)beroepsverbintenis voor een vormende militaire opleiding in aanmerking komen. De dienstplicht had nooit afgeschaft moeten worden, zo kan men binnen en buiten de politiek vaker horen.Paraatheid
Als men met zevenmijlslaarzen door de nieuwste geschiedenis (vanaf 1789) stapt, kan men dat de dienstplicht in Nederland vanaf de Franse tijd heeft bestaan. Napoleon heeft in 1812 vele duizenden miliciens naar Rusland gestuurd, waar de meesten van hen onder jammerlijke omstandigheden zijn omgekomen. De Hollanders hebben tijdens de dramatische tocht naar Rusland aan negentien veldslagen meegedaan. In de omgeving van Hummelo/Keppel dragen oude kasteelboerderijen nog namen die aan napoleontische veldslagen herinneren waaraan de kasteelheer heeft deelgenomen. Ook de beruchte (ingestorte) brug over de wildstromende Berezina in Wit-Rusland heeft heel veel Hollandse levens gekost; en in het Litouwense Vilna lagen de lijken van de gesneuvelden metershoog opgetast.

Een ander gedenkwaardig militair optreden van dienstplichtigen is de roemruchte Tiendaagse Veldtocht tegen de Belgische opstandelingen in 1831. Hierbij vochten opnieuw duizenden dienstplichtig militairen in een soort guerrillaoorlog, die Nederland weliswaar militair won, maar politiek moest verliezen. En tijdens de mobilisatie van 1870 (gedurende de Frans-Duitse oorlog) verdedigden honderdduizenden jongemannen de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de vestingsteden en wierpen de grensbataljons ondoordringbare veldversterkingen op.

Dat Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog niet door Duitsland is binnengevallen, is daarom grotendeels te danken aan de paraatheid van onze miliciens. Later, in mei 1940, heeft ons jongerenleger weliswaar op tal van plaatsen heldhaftig weerstand geboden, maar door onder andere een bepaalde volksgeest was ons leger niet opgewassen tegen de massaliteit van de Duitse ’vechtmachines’, en vooral tegen de gehardheid daarvan.

Geduchte tegenstander
Na de Tweede Wereldoorlog is de geoefendheid van ons leger sterk vooruitgegaan. De verbeteringen manifesteerden zich het sterkst tijdens de grote internationale manoeuvres in NATO-verband, maar ook en vooral tijdens de tientallen jaren van onze zogenaamde ”wacht aan de Weser”. Onze dienstplichtigentroepen van de ”wacht aan de Weser” vormden bij een onverhoopt gewapend conflict de verdedigingslinie tegen vijandelijk penetratie. Mocht desondanks ook deze verdedigingslinie toch niet blijken te kunnen standhouden, dan restte ons -gedurende een aantal jaren- nog de inundatie van de oostelijke IJsselstreek.

Honderdduizenden dienstplichtigen die op de Noord-Duitse Laagvlakte hun plicht hebben gedaan, golden tijdens de Koude Oorlog als een geduchte tegenstander van elke potentiële agressor.

Het zou goed zijn nieuwe generaties hiervan bewust te maken door deze historie bijvoorbeeld ergens op een plaquette zichtbaar te maken, compleet met een lijst van in functie omgekomen dienstplichtigen in de Koude Oorlogstijd. Een van de plaatsen die voor een dergelijke herinneringslocatie in aanmerking komen, is bij de IJsselbrug naar Duitsland, op de grens van de gemeenten Arnhem en Rheden.

De auteur is adjudant van de Koninklijke Landmacht (b.d.).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer