Kipfilet zou verkeerd zijn geëtiketteerd
In Nederland bewerkte kipfilets die volgens de Ierse keuringsdienst van waren een risico op bse opleveren, zijn verkeerd geëtiketteerd. Volgens het Productschap Vee, Vlees en Eieren is er echter niets met het vlees aan de hand.
De Nederlandse Keuringsdienst van Waren zegt dat er geen enkele reden is te denken dat er een risico op bse is. Het gaat om vlees dat op toegestane wijze is bewerkt met marinadeachtige stoffen of hulpmiddelen als bindmiddelen, stelt een woordvoerster van het productschap. Volgens het schap is het een veilig en toegestaan procedé, maar is achterwege gelaten de juiste etiketten op de vleespakketjes te plakken.
De Ierse keuringsdienst ontdekte in mei dat meer dan de helft van de onderzochte Nederlandse kippen DNA bevatte dat niet door de ingrediënten op het etiket kon worden verklaard. De meeste kippen bevatten rundvleeseiwit, maar een aantal kippen bleek ook te zijn behandeld met proteïnen van varkensvlees.
Het inspuiten van kippenvlees met vocht is een in Nederland toegestane methode om het vlees mals te houden. De omstreden kipfilets zouden afkomstig zijn van drie bedrijven in Nederland waar dit speciale procedé plaatsheeft: Lelie, Vriesekoop en De Kippenhof.
De Nederlandse Keuringsdienst van Waren heeft op verzoek van de Ieren inmiddels een onderzoek ingesteld. De dienst gaat op zoek naar de in Nederland toegevoegde hulpstoffen, en met name de omstreden eiwitten, om een monster te kunnen onderzoeken. „We verwachten er niet veel van”, aldus een woordvoerder. Sinds 1997 wordt al het bse-gevoelige materiaal in Nederland vernietigd.
De Kippenhof in Ermelo bestrijdt dat kipfilet runder-DNA bevat. „Ze hebben hier negen monsters genomen en in eentje zouden ze dan runder-DNA hebben gevonden”, aldus bedrijfsleider K. Rood. „Volgens mij heeft de onderzoeker het DNA verkeerd geïnterpreteerd.”
Kippenvleesbewerkingsbedrijf Vriesekoop in Zoetermeer stelt dat de gevonden sporen van runder-DNA hooguit melk zouden kunnen zijn.