Meer zorg voor gevangenen
ZOETERMEER - Gevangenen in Nederland zullen voortaan meer persoonlijk worden begeleid. Daardoor moet terugkeer in de maatschappij beter verlopen.
Dat is de kern van een vernieuwingsprogramma dat minister Donner dinsdagmiddag in de gevangenis van Zoetermeer heeft gepresenteerd.Elke volwassen gedetineerde komt in aanmerking voor begeleiding door een maatschappelijk werker. De inzet van deze hulpverleners is erop gericht om „de overgang van detentie naar de maatschappij en de nazorg door de gemeente naadloos te laten verlopen”, schrijft Donner aan de Tweede Kamer.
Donner heeft met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de grote steden afspraken gemaakt over de nazorg voor gevangenen. Als een gevangene na zijn detentie moet worden opgenomen in bijvoorbeeld een hulpinstelling, moet de maatschappelijk werker een handje helpen.
Maatwerk is de rode draad in het nieuwe programma Detentie en behandeling op maat (DBM), dat eind dit jaar op zes locaties van start moet gaan. Zo komt er een persoonsgebonden verlof. Het onderwijs- en werkaanbod wordt aangepast aan de verblijfsduur in de gevangenis. „Een breed onderwijsaanbod voor alle gedetineerden is niet doelmatig, omdat onderwijs pas vruchten af gaat werpen als het met regelmaat aangeboden kan worden.”
De zogeheten preventief gehechten, gedetineerden die in afwachting van hun rechtsgang vastzitten, krijgen geen onderwijs en arbeid. Reden is dat ze er te vaak tussenuit moeten in verband met de rechtsgang.
Langgestraften krijgen zogeheten gedragsinterventies aangeboden. Medewerkers zullen pogen hen van het criminele pad af te houden. „Verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag staat centraal. Goed gedrag wordt beloond, slecht bedrag bestraft.” In Lelystad is inmiddels geëxperimenteerd met het nieuwe model.
De beveiliging van gedetineerden verandert. Zo zal voor binnenkomende gevangenen een standaard hoog beveiligingsniveau gelden. Dit met het oog op observatie en eerste opvang. Het grootste deel van de langgestraften komt terecht in gevangenissen met een niet „zwaarder dan nodig” beveiligingsniveau.
Donner wijst erop dat de aanpak inspanning van het gevangenispersoneel vergt. „Nadrukkelijk wordt van de medewerker verwacht dat hij gedetineerden aanspreekt, helpt, corrigeert en aanstuurt.”