Uganda: andere aanpak rebellenleger
KAMPALA - De regering van Uganda kiest nieuwe wegen om de ellende op te lossen die in het noorden van het Afrikaanse land wordt veroorzaakt door rebellen van het beruchte Verzetsleger van de Heer.
Vorige week vroeg de regering van Uganda medewerking van de VN-Veiligheidsraad bij een militaire actie van Uganda in buurland Congo. In een natuurpark vlak over de grens zouden enkele honderden rebellen zich verschuilen voor het Ugandese leger. Uganda wil het gebied ’schoonvegen’.Het is opzienbarend dat twee Ugandese ministers, A. Mbabazi van Defensie en S. Kutesa van Buitenlandse Zaken, de VN-Veiligheidsraad toespraken over problemen met het Verzetsleger van de Heer. Uganda probeerde tot dusver juist te voorkomen dat de rebellen op de agenda komen van internationale instanties, aangezien het conflict als intern probleem gold.
De ministers meldden dat de rebellen zich aan het hergroeperen zijn in het Garambapark, in het noordoosten van Congo, vlak over de grens met Uganda en buiten bereik van het Ugandese leger. De rebellen zouden niet alleen uitrusten, maar ook nieuwe rekruten werven, door onder anderen Congolese kinderen te ontvoeren en hen te dwingen mee te vechten.
Het Garambapark is een groot nationaal park met veel wild. Er wonen nauwelijks mensen, een ideale plaats dus voor het Verzetsleger van de Heer om zich voor te bereiden op nieuwe acties. De ministers vroegen de VN te helpen bij de arrestatie van leiders van de rebellen. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag vaardigde arrestatiebevelen uit tegen vijf commandanten. De twee hoofdverdachten, rebellenleider Jozef Kony en zijn tweede man, Vincent Otti, zouden zich in het Garambapark bevinden.
In Congo zijn 17.000 vredessoldaten van de VN gelegerd. Zij helpen het Congolese regeringsleger actief met het ontwapenen van allerlei verzetsgroepen en roversbenden. Tot nog toe is er slechts één confrontatie geweest tussen deze vredestroepen en de Ugandese rebellen. In januari kwamen Guatemalteekse vredessoldaten poolshoogte nemen in het natuurpark. Zij liepen in een hinderlaag van het Verzetsleger van de Heer. Daarbij kwamen acht Guatemalteken om het leven. Sindsdien laten het Congolese regeringsleger en de vredessoldaten van de VN de rebellen met rust. Tot ergernis van de Ugandese regering.
De Ugandese ministers stellen voor dat het Ugandese leger Congo binnenvalt met toestemming van de VN. Dit voorstel duidt erop dat Uganda de koers ten aanzien van de aanpak van het Verzetsleger van de Heer verandert. Ook begon het Ugandese leger deze week met een groots opgezet plan om de omstandigheden van 1,7 miljoen mensen in vluchtelingenkampen in Noord-Uganda te verbeteren.
Het leger is de afgelopen week begonnen met de ontruiming van kampen die in de veiligste regio’s liggen. Kampen in gebieden waar nog kleine groepen rebellen opereren, worden drastisch verkleind. De bedoeling is mensen weer leren in dorpsverhoudingen te denken en te leven. De kleine, nieuwe kampen komen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke dorpen te liggen.
Het betrekken van de internationale gemeenschap bij de bestrijding van het Verzetsleger van de Heer én het daadwerkelijk uitvoeren van plannen voor de opheffing van de ruim honderd vluchtelingenkampen, wijzen op een drastische koerswijziging bij de Ugandese regering. Daarmee komt president Museveni beloften na die hij begin dit jaar deed tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen.
Nu moeten grote internationale spelers nog met de billen bloot, zoals regeringen van rijke landen en instanties als de VN. Uganda is overstag, maar hoeveel belang hecht de internationale gemeenschap daadwerkelijk aan de arrestatie van de rebellenleiders? Een medewerker van het Internationaal Gerechtshof verzuchtte onlangs in Kampala: „De vooronderzoeken naar de oorlogsmisdaden waarvan deze commandanten worden beschuldigd, zijn afgerond. We staan ijzersterk. Alles is klaar, maar we hebben nog geen verdachten. Waarom zijn ze nog niet gearresteerd? Als men wil, is het echt niet zo ingewikkeld. Komt dat misschien doordat internationale instanties niet in die mate geïnteresseerd zijn in de arrestaties als ze beweren?”