Het nieuwe college van Veenendaal bestaat uit PvdA, VVD, Lokaal Veenendaal en CDA. ChristenUnie (7 zetels) en SGP (4) nemen plaats in de oppositie.Een college zonder de grootste partij. Hoe komt dat?

Beckerman: „De ChristenUnie heeft gewoon onhandig gemanoeuvreerd. Zij heeft te lang gewacht met het starten van de coalitieonderhandelingen, zodat andere partijen de tijd hadden om contacten te leggen. Zo gaat dat nu eenmaal bij een formatie. Alleen de CU leek met andere zaken bezig te zijn.

Bovendien was CU-fractievoorzitter Van Soest zelf formateur. Hij had naar mijn mening beter een formateur van buiten de raad kunnen aanstellen. Nu ging het op 23 maart helemaal fout en droeg de CU uiteindelijk de formatieopdracht aan ons over. Wij hadden al contacten met Lokaal Veenendaal en de VVD. Daar is uiteindelijk het CDA bijgekomen.”

Daarmee negeert u toch een duidelijke uitspraak van de kiezers?

„Wat mij betreft mocht CU aanschuiven, maar dat wilde zij niet. Ook in onze achterban wordt het betreurd dat de CU niet in het college zit.”

CU-fractievoorzitter Van Soest is het niet met die lezing eens: „Dit verhaal klopt niet. Op 23 maart bleek dat het nieuwe college eigenlijk al rond was. De PvdA had niet alleen Lokaal Veenendaal en de VVD aan haar zij, maar ook het CDA. Die partij deed op principiële punten water bij de wijn, waardoor ze mee mocht doen. Wij wilden dat niet en zijn op een twijfelachtige manier buiten spel gezet.”

Beckerman: „Voor 23 maart hebben wij geen contact gehad met het CDA, wel met Lokaal Veenendaal en de VVD.”

ChristenUnie en SGP vrezen dat met het nieuwe college de christelijke identiteit van Veenendaal verloren gaat. Is die angst terecht?

Beckerman: „Nee. Mij wordt wel eens verweten dat ik iets tegen christenen heb. Dat is absoluut onwaar. Ik ben zelfs in de kerk getrouwd, omdat mijn vrouw van christelijke komaf is. Mijn zwagers zijn als koster en ouderling actief in een hervormde PKN-gemeente en ik kom graag bij ze over de vloer. Ook in de achterban van de PvdA zitten veel mensen met een actief christelijke levensovertuiging.”

Wat Beckerman betreft mag Veenendaal een christelijke stad blijven. „Maar we moeten deze periode wel zo snel mogelijk gevoelige onderwerpen zoals het bordeelbeleid en zondagsevenementen afhandelen. Door de defensieve opstelling van de CU en de SGP is dat tot nu toe niet gelukt. Met als gevolg dat als Veenendaal in het nieuws komt, het altijd over deze probleemdossiers gaat en belangrijkere ontwikkelingen worden vergeten.”

De PvdA wil de komende periode graag investeren in de sociale infrastructuur. Er moet, vindt Beckerman, meer subsidie komen voor verenigingen en sportclubs. „Het aantal jeugdleden loopt daar terug, terwijl jongeren er juist normen en waarden krijgen aangereikt. Zij moeten zich daar houden aan regels, ze leren op tijd te komen en op hun kleding te letten.”

De CU en de SGP zullen zeggen dat een uitbreiding van een bordeel juist normvervagend werkt.

Beckerman: „Ongetwijfeld, dat is hun mening. Maar ze moeten onder ogen zien dat het bordeel al veel te lang overlast geeft in het Schrijverspark. De eigenares wil om niet verhuizen, mits ze mag uitbreiden. Het nieuwe college stemt daarin toe en ik verwacht voor de winter van dit probleemdossier af te zijn.”

In het coalitieakkoord staat dat er maximaal zes grootschalige buitenevenementen op zondag zullen worden toestaan. Kerkgangers zijn daar niet blij mee.

Beckerman: „Kerkgangers hebben hier geen enkele last van, omdat de evenementen alleen plaatsvinden in het Stadspark en op het Horecaplein. Bovendien zijn binnenevenementen op zondag wel toegestaan. Ik vind het hypocriet als we dan heel moeilijk doen over een paar buitenevenementen.

Ik betwijfel trouwens of ondernemers belangstelling hebben voor dergelijke festiviteiten.”

Van Soest: „Ik ben verbaasd. Als Beckerman twijfelt of er belangstelling is voor buitenevenementen, waarom moet het dan toch per se doorgedrukt worden? De meerderheid van de Veenendalers zit hier echt niet op te wachten.”

Beckerman: „De meerderheid in de raad denkt in ieder geval anders positief tegenover de buitenevenementen en ik denk dat de meerderheid van de Veenendaalse bevolking er ook geen moeite mee heeft.”