Flevoland kampt met vroegoude bossen
De jonge bossen in Flevoland zorgen ervoor dat Vereniging Natuurmonumenten en Het Flevo-landschap in de problemen komen. De bossen zijn bij de aanleg van de polder vaak ingeplant met snelgroeiende boomsoorten. Een groot deel van deze bomen is nu te oud, waait om of sterft (door ziekte) af. Voor het daardoor dure bosbeheer of vervanging hebben de twee natuurbeheerders het geld niet.
De provincie Flevoland vraagt in een brief aan het ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Visserij om het subsidiebeleid voor natuurbeheer aan te passen. Er zou meer rekening moeten worden gehouden met de situatie in Flevoland. Volgens een provinciewoordvoerder erkent staatssecretaris Faber van Natuurbeheer het Flevolandse probleem en wordt er naar een oplossing gezocht.
Na de inpoldering zijn veel bosarealen beplant met vooral populieren en wilgen, die snel de lucht in schieten. Het Rijk wilde Flevoland daarmee snel een groen aanzien geven. De bedoeling was om de bomen geleidelijk te vervangen door langer levende soorten, maar dat is door geldgebrek niet gelukt. Het Flevo-landschap beheert 1500 tot 2000 hectare en moet daarvan zo’n 65 procent vervangen. De beheerder kampt met een tekort van ruim 400.000 euro voor het bosbeheer.
Natuurmonumenten heeft het Harderbos bij Biddinghuizen en het Voorsterbos in de Noordoostpolder onder handen. De beheerder van het Harderbos zegt dat zijn werkgever te weinig subsidie krijgt. Staatsbosbeheer is met ongeveer 12.500 hectare bos de grootste Flevolandse natuurbeheerder en krijgt subsidie uit een andere pot. Deze beheerder heeft geen (geld)problemen door de snelgroeiende bossen omdat de omvorming was voorzien.