Kerk & religie

Rechter krijgt PKN en HNHK niet dichter bij elkaar

ARNHEM - Rechter G. Noordraven van de Arnhemse rechtbank is er niet in geslaagd om de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk (HNHK) dichter bij elkaar te brengen in het geschil over de naamskwestie.

Kerkredactie
25 April 2006 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 03:41

In het kort geding eist de Protestantse Kerk dat de hersteld hervormden zich houden aan een in augustus 2004 door beide partijen getekende naamsovereenkomst. De synode van de Hersteld Hervormde Kerk heeft op 28 januari besloten om deze overeenkomst niet goed te keuren en terug te keren tot de oude werknaam ”Hersteld Nederlandse Hervormde Kerk”.Volgens de HNHK was goedkeuring door de synode een voorwaarde voor het bindend zijn van de naamsovereenkomst, omdat een naamsverandering volgens de kerkorde alleen door de synode kan worden goedgekeurd en niet door het moderamen.

De PKN zegt bang te zijn voor verwarring, omdat ook in de Protestantse Kerk hervormde gemeenten blijven bestaan, naast protestantse gemeenten, gereformeerde kerken en lutherse gemeenten. Advocaat G. van der Feltz van de PKN noemde maandag op de zitting gevallen van banken die tegoeden bevriezen omdat ze niet zeker zijn aan welke kerk die toebehoren en van notarissen die niet weten naar welke kerk ze legaten moeten overmaken.

De advocaten van de HNHK bestreden dat en voerden aan dat Van der Feltz geen concrete gevallen noemde.

Zij wezen erop dat de PKN heel goed wist dat om de naam van het kerkgenootschap te veranderen, de procedure van een kerkordewijziging nodig was.

Advocaat mr. J. C. H. van Manen van de PKN betoogde echter dat de HNHK gehouden is aan de vaststellingsovereenkomst uit 2004, ongeacht de afloop van de procedure om de afgesproken naam in de kerkorde op te nemen. Het was volgens hem een overeenkomst zonder ontbindende voorwaarden.

Advocaat mr. W. H. van Baren van de HNHK beschuldigde de PKN ervan vlak voor de ondertekening aan de overeenkomst te hebben „gefrunnikt” en er een paragraaf aan te hebben toegevoegd. „Ik geef toe: daar zijn we pas het afgelopen weekend achtergekomen”, aldus Van Baren. De PKN had volgens hem op het laatste moment de zin toegevoegd: „De synode van de HHK heeft op 27 augustus 2004 ingestemd met het navolgende ten aanzien van het gebruik van de naam.”

De toenmalige scriba van de HNHK, ds. R. van Kooten, kreeg maandag bij wijze van uitzondering het woord om uit te leggen dat hij tijdens de ondertekening de definitieve tekst niet goed had nagelezen. „Als er iemand moet worden veroordeeld, dan ben ik het”, aldus de predikant uit Soest.

Advocaat Van Manen van de PKN zei zich echter niet voor te kunnen stellen dat de hersteld hervormden anderhalf jaar lang niet gerept hebben over een toegevoegde paragraaf en nu ineens tot de conclusie zijn gekomen dat wat daarin stond niet klopt. „In het gezamenlijke persbericht, dat de PKN en de HHK na de ondertekening van de naamsovereenkomst in 2004 uitgaven, stond ook heel nadrukkelijk dat de synode van de HNHK op 27 augustus 2004 met de vaststellingsovereenkomst had ingestemd. Het staat er zelfs tot twee keer toe en ik kan me niet voorstellen dat ds. Van Kooten, die ik ken als een zeer capabele man, ook daar overheen gelezen heeft. Bovendien heeft dat persbericht ook op de website van de HHK gestaan.”

Mr. Van Baren zei het harde optreden van de PKN tegen hersteld hervormden in plaatsen waar de hervormde gemeente is gescheurd als een van de belangrijkste oorzaken te zien van het feit dat de synode van de HHK de overeenkomst op 28 januari heeft afgewezen. „De praktijk heeft geleerd dat de PKN stelselmatig alleen de belangen van de hervormde gemeente in de PKN heeft gediend.”

Rechter G. Noordraven probeerde de partijen er tevergeefs toe te bewegen om onderling verder te onderhandelen over het dieper liggende conflict.

Van der Feltz noemde de uitlatingen van Van Baren over het optreden van de PKN en de commissie van bijzondere zorg (cbz) een „vervuiling van de procedure.” „Het is een schande dat we het hier nu over moeten gaan hebben, terwijl het in deze zitting gaat over de naamsovereenkomst. Juist bij de vaststelling daarvan hebben beide partijen namelijk nadrukkelijk gesteld dat de naam geregeld moest worden, los van al het andere. Als het werkelijk zo is dat de synode van de HNHK de naamsovereenkomst heeft verworpen vanwege het optreden van de cbz, dan veroordeelt ze daarmee zichzelf”, aldus Van der Feltz.

Volgens Van Baren moet de vordering van de PKN te allen tijde worden afgewezen. Hij voerde onder andere uitspraken van kerkrechtdeskundige drs. L. C. van Drimmelen aan. Deze gereformeerde emeritus predikant, die ten behoeve van de advocaten van de HNHK een getekende verklaring had overhandigd, stelt namelijk in een eerdere publicatie dat zolang een kerkelijke rechtspersoon niet de toestemming heeft verkregen die is voorgeschreven, hij niet gerechtigd is te handelen. Concreet zou dit betekenen dat het moderamen van de HNHK geen overeenkomst kon tekenen die de synode nog niet had goedgekeurd.

Advocaat Van der Felz bestreed dit. Volgens hem is het nog maar de vraag of het hier wel gaat om een wijziging van de kerkorde. „De HNHK zegt de hervormde kerkorde van 1951 te volgen. Maar volstrekt onduidelijk is wat ze in die kerkorde nu wel en niet willen wijzigen, of al hebben gewijzigd. De naam in die kerkorde is namelijk nog steeds Nederlandse Hervormde Kerk en die naam voert de HHK al niet meer, omdat de Nederlandse Hervormde Kerk zich voortgezet heeft in de PKN.”

Het verwijt van de HNHK-advocaten dat de PKN niet optreedt tegen de nieuwe vrijgemaakten die hun kerkverband gewoon Gereformeerde Kerken in Nederland willen noemen, vond weerklank bij de PKN. „Ik heb van mijn opdrachtgever begrepen dat er een brief de deur uitgaat dat dat niet kan”, aldus mr. Van Manen.

De Arnhemse rechtbank doet op 15 mei uitspraak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer