Het openbaar ministerie (OM) beschuldigt Kouwenhoven van oorlogsmisdaden en wapenhandel in de West–Afrikaanse staat. Volgens de aanklagers hebben zijn milities dood en verderf onder de burgerbevolking gezaaid. Dat gebeurde van 2000 tot en met 2003.Tientallen getuigen in Liberia verklaarden dat inmiddels. Bij die gruweldaden zijn niet alleen mannen, maar ook vrouwen en kinderen afgeslacht. Kouwenhoven zou deze milities zelf hebben aangestuurd. Ook heeft hij volgens justitie ladingen met wapens het land binnengesmokkeld voor de toenmalige president Charles Taylor.

„Allemaal onzin", reageerde Kouwenhoven zondag in een interview met het ANP. En dat is volgens de Nederlandse zakenman niet moeilijk aan te tonen als je in Liberia zijn gangen nagaat. De lokale mensen kunnen dat volgens hem ook allemaal bevestigen. „Die weten dat ik er niets mee te maken heb. Maar het OM doet dat niet. Ze hebben kennelijk een veroordeling nodig. Het gaat ze niet om de waarheid."

De advocate van Kouwenhoven, I. Weski, wil de oud–president Taylor aan de tand voelen. Die moet volgens haar uit eigen wetenschap kunnen vertellen over de rol van haar cliënt. Tijdens de laatste voorbereidende zitting in deze zaak hadden de rechters het verhoor van Taylor eigenlijk al opgegeven. Maar nu hij recent in handen van het Sierra Leone Tribunaal is gevallen, zien de rechters weer mogelijkheden om te proberen om hem alsnog te benaderen.

Weski zegt dat ze van de huidige advocaat van Taylor heeft gehoord dat er waarschijnlijk aan het eind van de week duidelijk is of de ex–president aan een ondervraging wil meewerken.

Kouwenhoven kwam maandag zelf ook nog kort aan het woord. Hij vertelde dat hij de gruwelijkheden in Liberia zelf nooit heeft meegemaakt. „Ik heb dat alleen via de media gehoord. Wij waren vier– tot vijfhonderd kilometer van de gevechten verwijderd. Ik heb in die tijd nooit gehoord dat er slachtoffers onder de burgerbevolking werden gemaakt. Wel dat er veel doden vielen."

De zaak wordt dinsdag voortgezet.