„Wees onbeweeglijk en toch zeer bewogen”
UTRECHT - „Wij willen niet spelen met enig vuur van afscheidingsdenken. Als dat al ooit gebeurd zou zijn, dan nu niet meer. Laten we het ons vandaag voornemen, en het ook maar klip en klaar uitspreken: Pas als ons de verkondiging van het Evangelie onmogelijk gemaakt zou worden, pas dan zullen we noodgedwongen met de kerk moeten breken. Geen seconde eerder.”
Dat zei dr. G. van den Brink zaterdag in de Utrechtse Jacobikerk, in een herdenkingsdienst ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Gereformeerde Bond.De verschillende sprekers benadrukten het sobere karakter van de bijeenkomst. „Zelfs een ambtelijke dienst leek ons ditmaal te veel van het goede”, aldus dr. Van den Brink. „Soberder nog dus dan voorheen herdenken wij, gezien de velen die tot voor kort bij ons hoorden, maar dit jubileum niet meer met ons meemaken.”
Ook ds. G. D. Kamphuis, voorzitter van de Gereformeerde Bond, benadrukte in zijn openingswoord dat de Bond gedenkt „in gebrokenheid en ootmoed.” „We zijn als vereniging door diepe dalen gegaan en we ervaren daarvan voortdurend de pijn. We bidden tot God om genade over alles wat ons terecht is verweten en wij vluchten tot Hem met alles wat onterecht op ons conto wordt geschreven.” Hij riep de GB op om onbeweeglijk te staan tegenover de dwaalleer en tegelijk „zeer bewogen” te zijn. „Niemand verdraaie het hoog heilig evangelie van kruis en opstanding. Geef dat evangelie niet prijs in onze kerk.”
Opus Dei
Dr. Van den Brink hield een herdenkingsrede onder de titel ”Vóór de kerk. Honderd jaar Gereformeerde Bond en verder…” Volgens hem wordt de Bond nog door veel mensen ten onrechte gezien als een vereniging die overal tegen is. „Een oerconservatief bolwerk, een soort Opus Dei in de Protestantse Kerk. Als Gereformeerde Bond betreuren we dat imago. De Bond is namelijk niet op allerlei dingen tegen, maar hij is in de allereerste plaats ergens vóór. Hij is vooral voor de kerk. Juist de afgelopen periode is duidelijk geworden dat hier het zwaartepunt ligt.”
Volgens dr. Van den Brink is er, juist na 1 mei 2004, alle reden om „ons Gods gunst te binnen te brengen. Met het triomfalisme en de hooghartigheid die ons in het verleden helaas niet altijd vreemd waren, zijn we immers wel hardhandig aan een eind gekomen. Als we ons al ooit ergens op konden beroemen, dan nu niet meer. Het ging allemaal niet zoals we zo vurig hoopten. Integendeel, het ergste scenario werd werkelijkheid. Een gescheurde Bond, maar wat veel erger is: een voor de zoveelste maal gebroken kerk. Maar juist in zo’n situatie komt het er des te meer op aan te blijven zien op wat desondanks ontvangen werd. Daarom gedenken wij in dankbaarheid.”
Liturgische vernieuwing
Volgens dr. Van den Brink zijn er twee gevaren waar de hervormd-gereformeerde beweging de komende jaren mee te strijden zal krijgen, namelijk de secularisering en de evangelicalisering. „Hoe zal de Bond er bij zijn volgende jubileum uitzien? In elk geval dienen allerlei processen die elders aan de kaalslag voorafgingen zich momenteel aan in hervormd-gereformeerde gemeenten. Op het terrein van de liturgische vernieuwing bijvoorbeeld lijken de cynische stemmen die beweren dat de Bond gewoon vijftig jaar later komt dan de rest, niet helemaal ongelijk te krijgen.”
Hij riep de gemeenten daarom op tot bezinning, tot alertheid, zonder in een „kramp” te schieten. „Want de onkerkelijking is geen noodlot dat ons overkomt. Ze hangt op allerlei manieren samen met de prediking en het geloofsleven.”
Duidelijk sprak dr. Van den Brink zich uit over de positie van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk. „Er is vandaag aanleiding om opnieuw en misschien wel duidelijker dan ooit uit te spreken dat de Gereformeerde Bond zich niet bij de kerk weg zal laten slaan. Daarvoor is de kerk, de grote kerk zal ik maar zeggen, ons te lief. En we blijven hersteld hervormden en anderen die zich losmaakten van de grote kerk, de hele COGG zal ik maar zeggen, hartelijk en liefdevol uitnodigen deze strijd om de kerk met ons mee te voeren. We vragen: heeft de heilloze versplintering van de gereformeerde gezindte gedurende de afgelopen eeuw werkelijk een beter alternatief opgeleverd? Pas als de verkondiging van het Evangelie onmogelijk gemaakt zou worden pas dan zullen we noodgedwongen met de kerk breken. Geen seconde eerder.”
Aarden vaten
De preses van de synode, ds. J. G. Heetderks, feliciteerde de Bond namens het synodebestuur met het jubileum. Volgens hem zal er nooit een punt komen dat de Gereformeerde Bond zichzelf op kan heffen omdat de kerk zuiver is geworden. „Dat verlangen van de Bond herken ik, maar ik geloof niet dat die tijd ooit komt. Ik ben er diep van overtuigd dat Gods waarheid tot aan het eind der tijden aangevochten zal zijn. Niet alleen buiten, maar ook binnen de kerk. Paulus zegt ook dat we de schat van het Evangelie in aarden vaten hebben. We kunnen de Waarheid trouwens nooit bezitten. We kunnen de Waarheid nooit hebben. Het kan hooguit zo zijn dat de Waarheid ons heeft. Ze is namelijk allereerst een Persoon, Jezus Christus Zelf.”
De synodepreses zei voor de toekomst te verwachten dat de Bond zijn eigen identiteit „volstrekt serieus” neemt. „Tegelijk hoop ik dat u niet verstart, en aan ooit ingenomen posities eeuwigheidswaarde toekent. Ik persoonlijk denk dan in het bijzonder aan uw positie over de vrouw in het ambt. Ik zou het als een zegen ervaren als op dat punt herbezinning zou plaatsvinden.”
Volgens ds. Heetderks zoekt de kerk steeds meer de inbreng van de modalitaire organisaties, zoals de Gereformeerde Bond. „Dat is geen politieke beslissing. Nee, wij ontdekken kerkbreed dat wij heel veel kunnen leren van de IZB, de HGJB en de GZB. Hun inbreng hebben we nodig. Ik hoop dat de Bond in de toekomst meer dan op enig ander moment in de geschiedenis de roeping verstaat om te participeren in het geheel van de kerk.”
Ds. H. F. Klok, voorzitter van de GZB, sprak de Bond toe namens het zogenaamde ”zevenbonden-beraad”, waarin naast de GB en de GZB ook de IZB, de HGJB, de zondagsscholenbond en de vrouwen- en mannenbond participeren.
Op de bijeenkomst werd zaterdag ook het eerste exemplaar gepresenteerd van het jubileumboek ”Uw Naam geef eer. Honderd jaar Gereformeerde Bond 1906-2006”.