Kookboek van het eetbare Nederland
BEEK-UBBERGEN - „Nederland, dat dichtbevolkte, superaangeharkte en verstedelijkte landje, is eigenlijk één groot groen eetparadijs. Het eten van wat gratis en voor niets zomaar voor het oprapen of plukken is, herinner je je langer, beter, vaker en dieper.”
Dat zegt Michiel Bussink, schrijver van het vrijdag gepresenteerde kook- en leesboek ”Lekker Landschap. Smullen van bos & veld”. Journalist Bussink schreef zijn boek op verzoek van de stichting wAarde uit Beek-Ubbergen. Deze stichting pleitte twee jaar geleden voor de aanleg van smulbossen, daartoe op het idee gebracht door mensen uit andere culturen, die veel vaker dan Nederlanders eetbare waar uit de natuur halen. Bussink laat zien dat het land eigenlijk al één groot smulbos is.Bussink sprak voor zijn boek met allerlei mensen. Driesterrenkok Jonnie Boer uit Zwolle vertelt: „Mensen weten niet half hoe leuk en rustgevend het is om op je motor te stappen en met drie kilo paddenstoelen in je rugzak terug te komen.” Boer gaat regelmatig op strooptocht in de Overijsselse natuur. Op zijn restaurantkaart vinden gasten de watermunt, moerasspirea en lisdodden die hij zelf plukt terug.
De uit het Overijsselse Lettele afkomstige journalist sprak ook met thuiskoks, zoals een onderwijzeres uit de Bijlmer: „Niemand gelooft het, maar die vrouw haalt zakken vol met bijvoorbeeld krenten, hazelnoten en vlierbessen tussen de betonkolossen vandaan.” Bussink beschrijft de strooptochten van een in Amsterdam wonende Italiaanse, die zelden rucola koopt. Zij haalt de kostbare slablaadjes uit de berm op IJburg en neemt dan meteen paardenbloemblad mee, wat in Frankrijk overigens een zeer bekende slasoort (pissenlit) is.
De schrijver probeerde de recepten die hij verzamelde telkens zelf uit. „Zo heb ik likeur van boerenwormkruid en ingelegde sleedoornbessen leren maken. En vin de noix, een wijn van onrijpe walnoten. Heerlijk is gelei van lievevrouwebedstro. Of een boterham met kaas en pinksterbloemen.”
Lekker Landschap toont aan dat overal in Nederland eetbare dingen te vinden zijn. „Als je er tenminste bij kan komen. Tot voor kort hield natuurbeleid in Nederland vooral in alles afsluiten en tot verboden gebied verklaren”, zegt Bussink. Een Italiaanse vrouw in het boek meent: „In Nederland zijn de mensen bang gemaakt. Milieu is hier om te bewaren, daar mag je niks mee doen.”
Directeur Thomas van Slobbe van wAarde doet er nog een schepje bovenop: „Nederland is geen openluchtmuseum. Het zit er dik in dat mensen die met dit boek in de hand paddenstoelen of bessen of noten gaan zoeken, af en toe een zeldzaam plantje zullen vertrappen of de rust van schuwe dieren zullen verstoren. Om die reden zullen er altijd wel gebieden afgesloten moeten blijven. Maar in het overgrote deel van Nederland valt de schade die door mensen wordt berokkend in het niet bij de liefde voor de natuur die ze zo kunnen ontwikkelen.”