Pas biotechnologie niet op dieren toe
Biotechnologie is onmisbaar, maar voor- en tegenstanders moeten met elkaar in gesprek blijven, stelt drs. C. P. Veerman. Dit is een samenvatting van een lezing op de EU-conferentie over het ontwikkelen van genetisch gemodificeerde gewassen recent in Wenen.
Gezien de snelle en fundamentele veranderingen die in onze wereld plaatsvinden, geloof ik vast dat het noodzakelijk is na te denken over de manier waarop wij als politici kunnen realiseren wat er van ons verwacht wordt: het organiseren en wekken van publiek vertrouwen en het bewerken van harmonie tussen verschillende visies, meningen en belangen.Dit betekende dat we ons extra moesten inspannen om tot een dialoog te komen, wat de beste manier is om belangrijke, controversiële zaken in de samenleving op te lossen. Daarom was ons vertrekpunt een dialoog in en met de samenleving: een dialoog die erin slaagde emoties om te zetten in praktische termen van het toepassen of niet toepassen van de biotechnologie.
Voorbehoud
Ik geloof dat het in het belang van Nederland is dat er een goede wetgeving komt voor co-existentie. We hebben voor de toekomst gekozen voor een sterke landbouwsector. Die zal alleen succes hebben als de landbouw houdbaar is. En dat betekent dat we de drie p’s van de duurzaamheid in acht moeten nemen: ”people, planet, profit” (mens, planeet, profijt).
Ik ben ervan overtuigd dat niet alleen het organische boerenbedrijf, maar ook conventionele en genetisch gemodificeerde gewassen een plaats hebben in duurzame landbouw. Daarom staat Nederland niet negatief tegenover gentechnologie. Dat is niet alleen mijn standpunt, het is het algemene gevoel in het land.
Persoonlijk zou ik op dit punt één voorbehoud willen maken. Ik geloof dat we de mogelijkheden voor het toepassen van biotechnologie op planten zeker moeten onderzoeken, maar ik trek een streep als het gaat om dieren. Biotechnologie toepassen op dieren voor voedselproductie past niet bij mijn levensovertuiging en ik weet dat veel mensen er hetzelfde over denken.
Maar ik denk dat we voorlopig genoeg werk hebben aan het onderzoeken van de mogelijkheden die geboden worden door het toepassen van biotechnologie op planten.
Geen schade
Ik verwelkom dit debat. Het kan alleen maar goed zijn dat we als samenleving op zo’n manier onze positie bepalen en de belangen die spelen onderzoeken. We moeten zorgvuldig handelen waar het gaat om de toepassing van biotechnologie. En we moeten garanderen dat we anderen geen schade berokkenen. Schade aan boeren die zich volledig willen onthouden van gentechnologie, bijvoorbeeld, of schade aan de biodiversiteit door vermenging. Tenslotte zijn de gentechnieken nuttig bij het opvoeren van de snelheid van conventionele plantengroei.
Zoals ik al gezegd heb: ik geloof niet dat de overheid nieuwe technologische ontwikkelingen in de weg zou moeten staan. Ik denk echter wel dat de overheid de publieke belangen moet beschermen als het gaat om gezondheid, veiligheid en keuzevrijheid, evenals ze specifieke belangen moet bewaken, zoals die van bioboeren. Maar ik wilde deze garanties niet noodzakelijkerwijs vastleggen in wetgeving. Het was mijn wens de partijen zelf de kans te geven om tot overeenstemming te komen. Dat kwam voort uit mijn overtuiging dat dit zou leiden tot beter werkbare richtlijnen, die konden rekenen op bredere steun en die makkelijker aan de bevolking op te leggen waren.
Succes
Dat hebben we dus ook gedaan in Nederland. In 2004 heb ik de verschillende partijen uit de gentech-, traditionele en biosector gevraagd de koppen bij elkaar te steken. Ik deed dat omdat ik ervan overtuigd ben dat zij het zijn die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor het realiseren van een werkbare oplossing en het creëren van steun.
En dat is een succes geworden. Ze hebben -met mijn steun- samen gewerkt aan een overeenkomst die het mogelijk maakt dat ze naast elkaar blijven bestaan. Deze overeenkomsten zijn de beste die bereikt kunnen worden voor alle partijen, met keuzevrijheid voor zowel consument als producent als vertrekpunt. De conclusie is dat genetisch gemodificeerde en gentech-vrije gewassen naast elkaar kunnen blijven bestaan. Dat is belangrijk voor toekomstige telers van genetisch gemodificeerde gewassen, maar ook voor traditionele en bioboeren. Deze boeren weten nu zeker dat hun belangen ook gewaarborgd worden.
We zijn nog niet klaar. We moeten bijvoorbeeld nog steeds overeenkomst bereiken over de reikwijdte en werking van een compensatiefonds voor blijvende schade en over een controlesysteem in het veld. Op het moment wordt hier veel energie in gestoken.
Deze overeenkomsten zijn belangrijk en vormen een solide basis voor een blijvende dialoog die ons in staat stelt oplossingen te vinden met een brede steun.
Ze stellen ons ook in staat om te leren van elkaars ervaringen. Biotechnologie kan ons helpen de landbouw houdbaarder te maken. Dat is makkelijker en sneller bereikt als gentech- en niet-gentechboeren met elkaar blijven praten en informatie blijven uitwisselen.
voetnoot (u17(De auteur is minister van Landbouw.