Chinees bezoek aan VS draait om imago
PEKING - Met beelden van militair eerbetoon, saluutschoten, omhelzingen en twee wuivende presidenten met hun first ladies, heeft de Chinese pers het succes van het eerste staatsbezoek van president Hu aan de Verenigde Staten geïllustreerd. Hun president werd donderdag met alle egards ontvangen door zijn politieke evenknie George W. Bush, en beide heren konden overeenstemming vinden op vrijwel ieder terrein.
In werkelijkheid was er zelfs geen overeenstemming over het bezoek zelf. De Amerikanen noemden het een „werkbezoek”, en nodigden de Chinese delegatie niet uit voor het gebruikelijke staatsdiner in het Witte Huis. Bush stelde voor om de Chinese president op zijn ranch in Texas te ontmoeten. Maar Hu kon zo’n informeel bezoek niet accepteren.Het compromis bestond uit een ontvangst met militaire eer en 21 saluutschoten, gevolgd door een lunch in het Witte Huis.
„Vanuit het Chinese gezichtspunt gaat het allemaal om imago, de Amerikanen die respect tonen tegenover de relatief nieuwe president”, zegt Paul Harris, specialist in Chinees-Amerikaanse betrekkingen aan de Lingnan Universiteit van Hongkong. „Dit is wat het Chinese leiderschap op de lange termijn met zijn buitenlandpolitiek wil bereiken - respect van de eigen bevolking, de westerse wereld en Japan. Voor de Amerikanen ligt het veel eenvoudiger, het gaat hen om concrete problemen.”
Hoofdprobleem is het Amerikaanse handelstekort van 202 miljard dollar met China, volgens de VS te wijten aan de kunstmatig lage koers van de Chinese munteenheid yuan.
Uiteraard vindt Peking de koers van de yuan een Chinese aangelegenheid. China bemoeit zich ook niet met de koers van de dollar. Bovendien komt ongeveer de helft van de Chinese export voor rekening van Amerikaanse ondernemingen die in het goedkope China hun spullen laten maken. Een onderneming als Wal Mart haalt maar liefst 80 procent van het Amerikaanse assortiment uit China. Ook Zuid-Koreaanse en Taiwanese bedrijven laten hun eindproducten in China assembleren, waarna ze als Chinees fabricaat in de VS terechtkomen.
Nog vóór de ontmoeting in het Witte Huis donderdag, zei Hu al dat er géén dramatische revaluatie van de yuan zal komen. Wel hoopt China meer te gaan importeren vanuit de VS, waarvan een deel ten goede moet komen aan de armere provincies in het westen van China.
De zware Chinese delegatie, met onder anderen vicepremier Wu Yi, handelsminister Bo Xilai, minister van Buitenlandse Zaken Li Zhaoxing en Zhou Xiaochuan, hoofd van de Chinese centrale bank, had het grootste deel van haar werk er al op zitten vóór de ontmoeting met Bush.
Tijdens een welkomstdiner op dinsdagavond bij Microsoftgrootaandeelhouder Bill Gates thuis, werd getoost op de afspraak dat Chinese computers voortaan alleen nog maar met legale software verkocht mogen worden. De dag erna werd een miljardenorder geplaatst bij vliegtuigfabrikant Boeing.
Hierdoor kon het Witte Huis weinig kritiek meer leveren op China’s nalatigheid met betrekking tot de naleving van copyrights. Of over het gebrek aan kansen voor Amerikaanse bedrijven op de Chinese markt.
Volgens de Chinese media verliepen de onderhandelingen in een sfeer van harmonie. China en de VS zouden het roerend eens zijn over zowel de onwenselijkheid van een onafhankelijk Taiwan als kernwapens in Iran. Wat de beide presidenten bespraken over mensenrechten bleef grotendeels binnenskamers. Wel zei president Bush dat „China nog succesvoller zou worden als het Chinese volk het recht krijgt op vergadering, vrije meningsuiting en geloofsvrijheid.”
De Chinese media maakten hier geen melding van, net zomin als van de honderden demonstranten, onder wie Taiwanese nationalisten, Tibetaanse jongerengroeperingen en aanhangers van de religieuze beweging Falun Gong.
Toen een Chinese verslaggeefster van de Epoch Times naar president Hu schreeuwde dat zijn dagen geteld waren, en dat president Bush hem moest verbieden Falun Gong nog langer te vervolgen, gingen in China de schermen van CNN en BBC op zwart.