Dat heeft minister Veerman van Landbouw geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.De dienst Regelingen van zijn departement heeft ongeveer 27.000 aanmeldingsformulieren op tijd ontvangen. De dienst is, zoals met de Kamer afgesproken, coulant omgegaan met de inleverdatum, aldus de minister. Boeren die het formulier nu nog insturen, zijn te laat.

Het aantal mesttransporten bedroeg medio vorige maand 45.000. Op 30 maart was dat aantal opgelopen tot 81.000. Inmiddels wordt 30 procent van alle mesttransporten gemeld via arp/gps. Het resterende deel van de transporten wordt nog vooraf gemeld. Dat kan nog tot 1 juli van dit jaar. Veerman verwacht dat de transportbedrijven voor die datum hun wagens hebben voorzien van een gps-systeem.

Co-vergisting van dierlijke mest is bezig aan een sterke opmars, meldt de minister in zijn brief. Er zijn nu ongeveer dertig installaties in gebruik, waarvan twintig op landbouwbedrijven. Veerman verwacht dat er eind volgend jaar meer dan honderd installaties zullen zijn.

Het nieuwe mestbeleid biedt volgens de minister voldoende ruimte aan mineralenmanagement om de mestproductie te beïnvloeden. Dat blijkt uit de handreiking voor het berekenen van de bedrijfsspecifieke excretie van melkvee (ofwel: de mest die koeien op een bepaald bedrijf produceren), die hij onlangs heeft gepubliceerd. Die handreiking geeft een „vrij nauwkeurige rekenmethode” voor de berekening van de specifieke hoeveelheid mest van de melkveestapel en het jongvee. De excretie is afhankelijk van het energieverbruik van het vee (groei, onderhoud, weidegang), de melkproductie en de samenstelling van het voer. Boeren kunnen de uitscheiding van mineralen onder meer beïnvloeden door het voer aan te passen.