Veiligheid Uruzgan verslechterd
KANDAHAR/KABUL (ANP) – De veiligheidssituatie in Uruzgan, de Afghaanse provincie waar vanaf deze zomer 1400 Nederlandse militairen actief zullen zijn, is de afgelopen periode aanzienlijk verslechterd.
Terwijl de taliban en terroristen zich steeds beter organiseren en meer aanslagen plegen, blijft het behelpen voor de Afghaanse politie in het gebied met wie de Nederlandse militairen moeten samenwerken.De inzet van honderden miljoenen dollars aan training en materieel ten spijt heeft de Afghaanse Nationale Politie (ANP) op veel plaatsen in het land, waaronder Uruzgan, weinig in de melk te brokkelen. De politiemacht verkeert in weerwil van alle goede intenties van westerse donorlanden in een deplorabele staat en moet zijn taken vaak onder uiterst slechte omstandigheden vervullen. Het ontbreekt agenten op lokaal niveau aan alles.
„Ze slapen op een vieze met stro bedekte betonnen vloer in de overblijfselen van een gebouw, zonder stromend water, met geleende elektriciteit, met slechts enkele bruikbare wapens en weinig ammunitie", omschreef een verslaggever van het Canadese persbureau CP recentelijk de leefomstandigheden van agenten van districtsbureau 2 in Kandahar. De stad in het zuiden van Afghanistan behoort tot de gevaarlijkste ter wereld en politiedistrict nummer 2 bevindt zich in een van de gevaarlijkste wijken.
Ongetraind, slecht bewapend, onbeschermd, in armoede levend en geregeld hongerig, nemen de politiemensen het met wisselend succes op tegen de opstandelingen in het zuiden van het Aziatische land. Aanhangers van de gewezen machthebbers in Afghanistan, de taliban, en buitenlandse terroristen die veelal veel beter bewapend zijn dan de agenten vormen het voornaamste doel van de veiligheidstroepen.
Militairen uit westerse landen gestationeerd in de regio slaan geregeld het optreden van de ANP met verbazing gade. „Het is vanuit westers perspectief zeer schokkend. Ze missen de basisbenodigdheden voor een menswaardig bestaan. Ze gaan naar hun werk op slippers of op blote voeten en nemen het op tegen mensen die veel beter uitgerust zijn en toch doen ze hun werk. Door hun moed, loyaliteit en vastberadenheid doen ze voor niemand onder", aldus een Canadese militair in Zuid–Afghanistan.
De problemen blijken legio te zijn. Veel agenten missen zelfs de meest elementaire uitrusting waaronder een wapen, kogelvrije vesten, gepantserde voertuigen en radio’s. In plaats daarvan mogen ze blij zijn als ze een verouderde AK–47 hebben en kunnen patrouilleren in een Toyota pick–up. Dat weerhoudt politiemensen, die het vaak lang zonder salaris moeten stellen, er echter niet van in de voorste linies te vechten. Het aantal agenten dat – al dan niet door vriendelijk vuur van Amerikaanse of westerse militairen – sneuvelt bij het uitoefenen van hun taak ligt dan ook hoog.
Alleen al in Kandahar vonden in februari en maart in totaal minstens 41 dienders de dood door aanslagen en vuurgevechten met rebellen en criminelen. In andere delen van het Aziatische land is de situatie niet veel florissanter. Ondanks de sterkte van in totaal 62.000 politiemensen kan de ANP niet werkelijk een vuist maken. Dat noopte het Amerikaanse Congres in februari een slordige twee miljard dollar beschikbaar te stellen voor de training en uitrusting van de ANP maar ook voor het Afghaanse leger ANA.
Ondanks het toegezegde geld is het nog maar de vraag of lokale ordediensten ook zullen profiteren van die gulheid. Het ambtenaren– en bestuurdersapparaat is hopeloos corrupt. Bovendien vormen het gebrek aan eerste levensbehoeften en een goede uitrusting slechts een deel van het probleem van de eveneens door corruptie geteisterde politiemacht. Veel agenten op lokaal niveau zijn vaak allereerst trouw aan hun lokale (oud–) krijgsheer of stam en pas daarna een vertegenwoordiger van het centrale gezag in Kabul. Ook drugsbaronnen maken vaak dankbaar gebruik van de diensten van het gezag waaronder de politie.