Mede daardoor is het voor allochtone pabostudenten moeilijker om een stage te vinden.Dat zegt J. Frederick, opleidingsmanager bij de pabo van Inholland Rotterdam. „Ze zijn lang niet altijd welkom, of voelen zich niet welkom". Daarom gaan drie Rotterdamse opleidingen tot leraar in het basisonderwijs hun best doen het aantal stageplekken op christelijke scholen voor allochtone studenten uit te breiden.

Het maakt onderdeel uit van plannen van de pabo Thomas More en de pabo’s van de Hogeschool Rotterdam en Inholland Rotterdam om meer allochtone studenten te trekken en hen vaker hun opleiding af te laten maken. De pabo’s presenteren de plannen donderdagavond op een debat over positieve discriminatie in het onderwijs.

De laatste jaren haalt slechts 40 procent van de allochtone pabo–studenten binnen vijf jaar een diploma en bijna 60 procent haakt binnen drie jaar voortijdig af, blijkt uit cijfers van de HBO–raad. Hoewel vooral aan Inholland en de Hogeschool Rotterdam er steeds meer allochtonen naar de lerarenopleiding gaan, vinden de scholen het toch nog nodig om meer te gaan werven.

Zo moeten er meer studenten vanuit het middelbaar beroepsonderwijs doorstromen naar de pabo en moet vooral duidelijker worden dat allochtone meesters en juffen belangrijk zijn als rolmodel op een zwarte basisschool. Nu is in Rotterdam nog slechts 7 procent van de leerkrachten van niet–westerse komaf.

Ook moeten pabo–docenten en de praktijkbegeleiders op de basisscholen leren beter met studenten om te gaan die uit een andere cultuur komen. Zij kunnen daarvoor een training krijgen. Allochtone studenten kunnen van studenten die al een paar jaar verder zijn een duwtje in de rug krijgen om hun opleiding af te maken. De ouderejaars kunnen als een mentor gaan optreden.

Pabo’s in de vier grote steden zijn al langer bezig om het aandeel allochtone studenten op te krikken. Eerder presenteerden de Amsterdamse opleidingen hiervoor al plannen.