Cohen en Leers: Te weinig aandacht voor steden
BRUSSEL (ANP) – De burgemeesters van Amsterdam en Maastricht, Cohen en Leers, vinden dat politiek Den Haag te weinig aandacht heeft voor de steden in Nederland. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en ruimtelijke ordening vinden de burgemeesters dat zij onvoldoende ruimte krijgen.
Dat hebben Cohen en Leers woensdagavond gezegd tijdens een debat in Brussel met hun Antwerpse ambtsgenoot Janssens.Cohen vindt dat het kabinet–Balkenende te veel aandacht heeft voor het platteland en bijvoorbeeld voor het onderwijs geld heeft verschoven in die richting. „Als ik kijk naar welke problematiek de grote steden hebben, bijvoorbeeld in het onderwijs, zijn dat keuzes die ik absoluut niet zou maken", aldus Cohen. „Zeker dit kabinet heeft geen aandacht voor de steden".
Leers vindt dat er ook te weinig aandacht is voor middelgrote steden als de zijne. „Niet zozeer Amsterdam of Rotterdam, maar de grote provinciesteden krijgen te weinig ruimte van de rijksoverheid. Er zijn op dat terrein grote tekortkomingen". Leers vindt dat er op het gebied van de ruimtelijke ordening en de culture voorzieningen in bepaalde regio’s teveel wordt geleund op de steden, terwijl ook de omliggende dorpen daarvan profiteren.
De burgemeesters keerden zich ook tegen de Rotterdamse politiek om alleen burgers met een bepaald inkomen zich nog te laten vestigen in bepaalde wijken. Leers was daar het stelligst in. „Die Rotterdam–code zal hier en daar wel werken, maar uiteindelijk toch niet. Je moet enerzijds mensen binden en anderzijds duidelijke grenzen stellen. Dat zal werken". Cohen herhaalde zijn pleidooi „om de boel bij elkaar te houden".
De Maastrichtse CDA–burgemeester keerde zich ook tegen de Nederlandse integratiepolitiek. „We hebben te veel de huiselijke neiging om elke Marokkaan op klompen te laten lopen. Er is te weinig ruimte geboden om ieder zichzelf te laten ontplooien. Als we de moed hadden gehad om dat in het verleden meer te doen, dan was de scheiding van bevolkingsgroepen anders verlopen. Dan zouden mensen van een andere origine hun capaciciteiten beter benutten".