Het tweetal zou camouflagekleding hebben gedragen en gewapend zijn geweest met kalasjnikovs. Het incident speelde zich af bij de nederzetting Alei Sinai.

In Hebron demonstreerden zondag ongeveer 300 Palestijnen, onder wie veel agenten, tegen het ontslag van Jibril Rajoub als hoofd van de preventieve veiligheidsdienst op de Westoever.

Zaterdag hadden tien hoge vertegenwoordigers van de preventieve veiligheidsdienst een drie uur durend onderhoud met de Palestijnse leider Yasser Arafat, die Rajoub heeft vervangen door de gouverneur van Jenin, Zuheir al-Manasra. De delegatie maakte Arafat duidelijk dat vervanging van Rajoub alleen acceptabel is als zijn opvolger wordt gezocht binnen de preventieve veiligheidsdienst zelf. Volgens delegatielid Ziyad Habalreah beloofde Arafat de bedenkingen van de agenten van de dienst in overweging te nemen.

Over enige tijd volgt een tweede ontmoeting. Tot die tijd staan de agenten onder het directe gezag van het Palestijnse ministerie van Binnenlandse Zaken, en niet dat van al-Manasra, zei Habalreah.

Arafat ontving de delegatie in zijn kantoor in Ramallah, waar hij al zeven maanden door het Israëlische leger wordt vastgehouden. Israëlische soldaten lieten de delegatie tot het kantoor toe.

De Israëlische regering heeft zondag Daniel Ayalon, adviseur voor buitenlands beleid van premier Ariel Sharon, benoemd tot ambassadeur in Washington. Ayalon volgt David Ivry op, die zijn post in de Verenigde Staten in april verliet.

Aan de benoeming van Ayalon zijn weken van gesteggel tussen de havik Sharon en zijn minister van Buitenlandse Zaken, Shimon Peres, voorafgegaan. Peres had liever een gematigder diplomaat in het voor Israël zo belangrijke Washington gestationeerd gezien. De 47-jarige Ayalon was ook adviseur van Sharons voorgangers, de premiers Ehud Barak en Benjamin Netanyahu.

De Britse zondagskrant The observer meldde zondag dat Groot-Brittannië zijn wapenembargo tegen Israël breekt. Londen gaat militaire onderdelen via de Verenigde Staten aan Israël leveren.

Het gaat om onderdelen voor F-16’s. De gevechtsvliegtuigen worden in de VS gebouwd, maar zijn al aan Israël verkocht. De regering-Blair is zich bewust van het feit dat de vliegtuigen kunnen worden ingezet in de bezette Palestijnse gebieden, aldus een hoge regeringsfunctionaris in Londen.

Israël heeft al verscheidene malen F-16’s ingezet tegen de Palestijnen. Ze werden gebruikt bij aanvallen op Rafah, in het zuiden van de Gazastrook, en bij het bombarderen van kantoren van de Palestijnse Autoriteit in Nablus. Daarbij vielen ook burgerslachtoffers.

De Britse regering is verdeeld over de kwestie. Vooral het ministerie van Defensie is volgens The Observer voorstander van de verkoop, ondanks verzet van de minister van Handel en Industrie, Patricia Hewitt. Zij maakt zich zorgen over de reacties van Arabische landen en de Europese Unie.

Een woordvoerder van de regering zei dat minister Straw van Buitenlandse Zaken de komende week met een wijziging van de richtlijnen voor de uitvoer van militair materiaal zal komen. Het gaat niet om nieuw beleid, maar om „normen op basis van de bestaande criteria, om recht te doen aan de realiteit dat bedrijven uit tal van landen bij de uitvoering van militaire opdrachten betrokken zijn.”

De Labour-regering van Tony Blair maakte na haar aantreden in 1997 bekend dat er in de toekomst een nieuwe „ethische buitenlandse politiek” zou worden gevoerd. Bij wapenverkopen zouden in het vervolg strenge criteria worden gehanteerd.

Britse vredesactivisten hebben boos gereageerd op het nieuws over de wapenverkoop aan Israël. „Ze schamen zich nergens voor en stellen de belangen van de wapenfabrieken voorop”, aldus de Campagne tegen Wapenhandel.